United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe moet De Balboa teleurgesteld geweest zijn toen hij vernam, dat de Koning een ander tot Gouverneur aangesteld had! Hij hield zich evenwel goed en gaf den Ridder ten antwoord: »Zeg aan Don Pedrarias De Avila, dat hij welkom is en dat ik hem met zijne behouden aankomst geluk wensch.

Pedrarias had De Balboa zijne dochter tot vrouw beloofd. Dat dit van de zijde der Moeder, Donna Isabella, ernstig gemeend was, mag aangenomen worden, doch van de zijde van den Vader was het niet gemeend. Terwijl deze De Balboa in het openbaar, als zijn' aanstaanden schoonzoon behandelde, zette hij in het geheim het proces in de zaak van De Nicuesa en De Enciso tegen hem voort.

Ongetwijfeld had De Balboa tegenover De Nicuesa en De Enciso zeer verkeerd gehandeld, en de wijze waarop hij schepen uitzond met een doel, dat voor den Gouverneur geheim moest blijven, pleit ook tegen hem, maar dat Pedrarias het wagen zou om het doodvonnis over hem uit te spreken, dat had niemand, zelfs de Bisschop niet vermoed. En toch, dat gebeurde.

Hij deed het niet, doch stelde De Balboa aan tot Adelantado van de »Zuidzeezooals de »Groote« of »Stille Oceaan« vaak genoemd werd, en tot Gouverneur van Panama en Coyba, maar onder het oppergezag van Pedrarias. De brieven, die deze benoeming bevatt'en, werden in een pak met nog andere aan den Gouverneur gezonden, die meteen van De Balboa's benoeming in kennis gesteld werd.

Die man kon hem gevaarlijk worden, en vreezende dan het lot van De Nicuesa of De Enciso te zullen ondergaan, stond hij overal tegenover hem als zijn vijand, en wist hij de oude aanhangers van De Nicuesa en De Enciso in zijne belangen over te halen. En terwijl Pedrarias zoo in het geheim werkte, deden de nieuwaangekomene Ridders en soldaten niet veel anders dan een lui en ongebonden leven leiden.

Op aanraden toch van De Fonseca, die met De Nicuesa bevriend was geweest, en die zich ook de zaken van De Enciso aangetrokken had, was Don Pedro Arias De Avila, gewoonlijk Pedrarias genoemd, aangesteld tot Stadhouder van Goud-Castilië, met bevel om de daden en handelingen van De Balboa ten strengste te onderzoeken.

Eene vloot van tweeëntwintig schepen, rijkelijk voorzien van allerlei zaken, die voor de Kolonie onmisbaar waren, en bemand met vijftienhonderd koppen, stak weldra in zee, aangevoerd door Pedrarias, wiens echtgenoote, Donna Isabella De Bobadilla, hem zelfs vergezelde.

Thans zag Koning Ferdinand in dat hij, alsof hij gedoemd was om door schade en schande nimmer wijs te worden, alweer eene groote domheid begaan had door De Balboa niet tot Gouverneur van Goud-Castilië aan te stellen. Die domheid kon goed gemaakt worden, wanneer hij Pedrarias terugriep en De Balboa tot Gouverneur benoemde.

Nu waren de brieven van zijne verheffing gekomen, en thans beging Pedrarias de laagheid om in zijn' Raad, die voor het grootste deel uit zijne aanhangers samengesteld was, de vraag te doen, of men De Balboa die aanstellingen wel geven zou, omdat hij altijd nog in staat van beschuldiging stond.

Don Pedrarias bleef in het gezag gehandhaafd, doch kreeg in last om dien De Balboa te vriend te houden en hem in alle zaken van het bestuur te raadplegen. Van alle kanten stroomden de avonturiers nu weer toe, om met den nieuwen Gouverneur naar dat »Dorado« te trekken.