United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Balboa begreep zeer goed, dat De Enciso te San-Domingo of in Spanje in het gelijk zou gesteld worden, doch om op het gemoed der Rechters te werken, liet hij met hetzelfde schip ook zijn' vriend Zamudio medegaan. Deze zou wel zorgen, dat de groote verdiensten van De Balboa met »de breede roede uitgemeten« werden.

Het fort, dat er gesticht was, kreeg den naam van »Santa-Maria De la Antiqua del Dariën« en vol hoop gingen de Kolonisten nu de toekomst tegemoet. De Enciso verbood echter aan zijne onderhebbende manschappen om voor eigen rekening met de inboorlingen ruilhandel te drijven.

Dit stuitte vooral Nunez tegen de borst, en daar deze een dapper en schrander man en bij zijne makkers zeer gezien was, zoo kostte het hem weinig moeite om hen te bewegen, het gezag van De Enciso niet te erkennen. Hij ging hierbij zeer slim te werk en ving den Advocaat met een echt Advocaten-net.

Het was derhalve geen wonder, dat De Hojeda, die te midden van de ontevreden zieken en hongerlijders de tucht met galg en zwaard wist te handhaven, met verlangen uitzag naar het schip van zijn' deelgenoot De Enciso. Maar wie er komen mocht, De Enciso kwam niet.

Voor zulke bedreigingen zwichtte onze Chirurg; de staven werden witgloeiend gemaakt en hiermede liet De Hojeda zich, zonder éénig gekreun te laten hooren, de wonden uitbranden, en wonder boven wonder, het vreeselijke middel hielp en hij bleef in het leven om te strijden tegen eene onbeschrijfelijke ellende. Eindelijk, eindelijk kwam er een schip, doch dat van De Enciso was het niet.

Slechts enkelen verheugden zich in Santa-Maria over den val van den algemeen beminden man. Ze waren de aanhangers van De Nicuesa en De Enciso, die slechts gezwegen hadden, omdat ze niet spreken durfden.

Pedrarias had De Balboa zijne dochter tot vrouw beloofd. Dat dit van de zijde der Moeder, Donna Isabella, ernstig gemeend was, mag aangenomen worden, doch van de zijde van den Vader was het niet gemeend. Terwijl deze De Balboa in het openbaar, als zijn' aanstaanden schoonzoon behandelde, zette hij in het geheim het proces in de zaak van De Nicuesa en De Enciso tegen hem voort.

Het schip waarop Pizarro was, bleef behouden en ontmoette, na eenige dagen zwervens, in de haven van Cartagena, waar De la Cosa gesneuveld was, de karveel van De Enciso, die, vernomen hebbende hoe het met de volkplanting afgeloopen was, zich nu als hoofd van den tocht en als Gouverneur van Nieuw-Andalusië beschouwde, zoo lang De Hojeda er niet was.

De Hojeda was de eerste, die uitzeilde met twee schepen, die met driehonderd personen bemand waren. Daar hij bij ervaring wist, welk een' indruk de ruiters op de inboorlingen maakten, zoo nam hij ook twaalf paarden met hunne veulens mede. De Enciso bleef nog te San-Domingo, doch beloofde, dat hij hem weldra volgen zou met een schip, geladen met levens- en krijgsbehoeften.

Op aanraden toch van De Fonseca, die met De Nicuesa bevriend was geweest, en die zich ook de zaken van De Enciso aangetrokken had, was Don Pedro Arias De Avila, gewoonlijk Pedrarias genoemd, aangesteld tot Stadhouder van Goud-Castilië, met bevel om de daden en handelingen van De Balboa ten strengste te onderzoeken.