Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij moeten dit morgennamiddag beslissen: te vijf uren rijden wij af aan de Tweehonderd Roe. Hebt gij lust om het te komen zien en naderhand een glas wijn te blijven drinken?" "Ik dank u," antwoordde ik, "ik moet aan 't kantoor zijn. Er is een schip van ons, dat op zijn vertrek staat, en dat geeft mij veel drukten." "Het spijt mij," zeide hij: "nu, au revoir dan."

Deze organiseeren des nachts een soort van Wilde Jacht door de lucht, als Sinterklaas en Sintermaarten, en "rijden" den overvloed van goede gaven op den palmpaasch, te Venloo voor de grooteren op een bord. Maar behalve de "rijdende" engeltjes heeft het Christendom de palmen aan den palmpaasch afgestaan.

Siegfried steeg op zijn paard, nam zijn zwaard Gram in de hand en bond zich gouden sporen aan de voeten. Hevig begon het vuur te loeien, en de aarde beefde. Hoog tegen den hemel laaiden de vlammen op, en weinig helden zouden het wagen daar tegen in te rijden.

"Ach, zoo jong, zoo in de kracht van 't leven!" herhaalt de oude nog eens; en, het oogenblik kwam hem weer levendig voor den geest, toen hij nog zoo kort geleden, dien goeden dokter als bruigom, met bloemen en linten aan 't tuig, mocht rijden, en hem benijdde omdat hij al spoedig het graf zou zien van den grooten Keizer die de heele wereld verwon....

God is rechtvaardig; maar wij hebben niks van hen te reclameeren als alleen dat ze goed werk naar den eisch betalen. Rijden ze in mooie wagens, daar leven de wagenmakers van, en de lijstenmaker van 't verguldsel.

Mijn dames verlangen vurig naar Parijs, en ik verlang naar 't einde. De auto zwalpt nu als een schip door volle modderzee. Het is geen rijden meer, 't is op- en neerbonzen en plassen, waarbij het slijk tot hoog over de kap heenzweept. Arme, forsche chemineau der vrije ruimten, waar zijn de groene, idyllische zonnelanden van de Pyreneeën? Een eindelooze, grauwe vlakte zonder boomen: la Beauce.

Thans werkt de heer Legrain sinds tien jaren met ongehoorden ijver en groote wilskracht aan de reconstructie van de beroemde tempels van Karnak, en in het bewuste gesprek, dat ik met hem voerde, ging hij voort: "Welnu, thans geloof ik aan die fameuse muren, omdat ik na al die voorbijgegane eeuwen nog met mijn rijtuig over hun ruïnen kan rijden!"

Als ze dan ten laatste overtuigd zijn, dat er niets aan te doen is, zeggen ze zoo ontroerend onderworpen, vaak terwijl tranen over hun wangen rollen: "Het is Gods wil. Ik zal geduldig wezen." En dan beginnen ze hun zware reis weer naar huis of blijven nog een paar dagen en trachten, in den bazar een kansje te krijgen, om met den een of ander een eind mee te rijden.

"Moet gij dan de boerderij van Butler voorbij?" "Ja." "En hoe lang moet gij van daar af nog rijden om bij de uwen te komen?" "De eerste kudden zijn dan wel in een halven dag te bereiken, als men een goed paard heeft en een beetje doorrijdt." "Dat is zeer goed. Wij zullen ons dienen te haasten, om de boerderij van Butler te redden." "Wat zegt mijn broeder?

Anders hield hij wel van haar; ze stopte hem nog wel eens eene of andere lekkernij in de hand. Maar nu zij zou nog de schuld worden, dat de heele pret van het rijden bedorven werd! Eindelijk, eindelijk, daar ging de deur open, en Teunissen kwam weer te voorschijn. Dadelijk achter hem aan kwam ook zijne vrouw den winkel binnen. Haar gezicht stond half boos.