Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Dat middel kwam den pastoor goed voor en terstond overlegde hij met zijn vriend, op welke wijze men dit het best zou kunnen aanwenden. Weinige dagen daarna, toen Don Quichot weer ten volle hersteld was en zich juist met Sancho Panza over zijne toekomstige plannen onderhield, liet Sanson Carrasco zich bij hem aanmelden en werd zonder verwijl in zijn vertrek toegelaten.

Het duurde nu niet lang, of zij kwamen eene beroemde grot, het zoogenaamde hol van Montesinos, voorbij, waarvan allerlei wonderbare dingen verteld worden, en de vreemde heer maakte daar Don Quichot opmerkzaam op.

Hij trad met eene beleefde buiging op den held toe en zeide uitermate vriendelijk: "Heer ridder, ingeval gij misschien nachtkwartier zoekt, zult gij in mijn huis op de kostelijkste manier bediend worden." Don Quichot nam den dikken waard van het hoofd tot de voeten op en meende uit zijne woorden te mogen opmaken, dat deze de bewaarder van den ingebeelden burcht was.

Daarbij het late uur, de donkere nacht en de lijkbaar, dit een en ander had ook den dapperste kunnen verbijsteren en beangstigen. Sancho Panza was halfdood van schrik en ontzetting; doch bij Don Quichot begon de verbeelding reeds weer te werken en spiegelde hem de zonderlingste avonturen voor.

Voor 't overige heb ik u wel gezeid, dat de woning van uwe Dulcinea in een of ander achterafstraatje moet liggen." "Ezel! Domkop! Stommerik!" bulderde Don Quichot. "Waar hebt ge dan ooit van uw leven gezien, dat riddersloten en paleizen in achterafstraatjes liggen?"

De vrome lieden hier achter ons doen boete en kastijden hun lichaam, tot wij daar bij de hermitage zullen zijn aangekomen. Wij mogen hun lijden niet onnoodig verlengen, en als gij dus wat lang van stijl zijt, zwijg dan liever en maak u wat spoedig uit de voeten." "Nu, wat ik wil is in korte woorden te zeggen en af te doen," antwoordde Don Quichot.

Nu wist Don Quichot zich wel niet te herinneren, dat ooit een schildknaap op een grauwtje op avonturen was uitgegaan, maar toch had hij er vrede mee, daar hij zich voornam, den eersten den besten onheuschen ridder, met wien hij te doen kreeg, zijn strijdros af te nemen en op die wijze beter voor Sancho Panza dan voor zichzelf te zorgen.

Hij schudde Sancho bij den arm en kreeg hem, schoon niet zonder moeite, wakker. "Sancho, vriend Sancho," fluisterde hij, "een avontuur is nabij." "De hemel geve, dat het wat goeds is," antwoordde de schildknaap en wreef zich de oogen uit. "Waar is het dan?" "Kijk dien kant uit, vriend," antwoordde Don Quichot.

Eindelijk zag Don Quichot aan het eind van den tuin eene lange lans staan, waaraan, met zijden snoeren vastgemaakt, een groot blad wit perkament hing.

"Neen, dat is het zeker niet," antwoordde Don Quichot. "Maar wat ook de reden mag wezen, ik wil den bijnaam, die u toevallig in den mond kwam, behouden en mij ten eeuwige dage den Ridder van de Droevige Figuur noemen. Om dien naam met volle recht te dragen, wil ik eene recht treurige figuur op mijn schild laten schilderen." "Die kosten kunt gij sparen, heer ridder," zei Sancho Panza.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek