Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


In den hollen weg bouwden de zwaluwen; zij boorden gaten in de steile helling, de plasregen en de stofregen brokkelden en spoelden de namen weg, ook die van den tamboer en zijn zoontje. «Peters naam zal toch wel anderhalf jaar blijven staanzei de vader. «Gekdacht de alarmtrom; maar zij zei slechts: «Rom, bom, bom! Rom, bom, bom

Na een "allerliesten rit" over den breeden dijk van Arnhem op Nijmegen, en vervolgens zijwaarts af over een flinken grindweg, bereiken de echtelieden Van Middelnesse tegen den namiddag het dorpje B., waar de jeugd, die juist naar de middagschool gaat, het mooie rijtuig aangaapt, het voor een groot deel begeleidt, en op de vraag van den koetsier: waar mijnheer Janssen woont? zonder te antwoorden lacht en goochelt; elkaar naar voren duwt; den een den ander op den rug springt, totdat er eindelijk een is, die, na de herhaling van de vraag, met den vinger wijzende het bescheid geeft: "Gunds achter 't huus van Nol Peters."

Ik durf er op zweren, dat meer dan twee derden van de Engelsche marine gedeserteerd zijn, omdat zij daar geprest waren. Och, gij hebt het mij immers zelf verklaard, Peters; zie maar eens naar uwe eigene bemanning."

Niets overtrof de zindelijkheid, overvloed, gulheid en vroolijkheid aan den disch van den commandant. Het gesprek liep over den aard, de eigenschappen en het aantal manschappen op den kaper. »Het zijn allen zeelieden," zeide Peters, »met uitzondering van de tien zwarten." »Eenigen hunner zijn toch Engelschen, zou ik denken", zeide ik.

In de XVIIIe eeuw verschijnt de klassieke gevel met zijn doorgaande pilasters en groot fronton; en dan volgt de deftige, rustige, vlakke gevel, die slechts uitmunt door goede proportie; tot tegen het einde dier eeuw "de karakterlooze gevel, meestal weinig meer dan een brok muur met eenige lichtgaten en een deurgat, de geschiedenis van den woon- en bedrijfsgevel en van het woonhuis komt besluiten". Aldus eindigde de stadswoning in de eerste helft XIXe eeuw "zoo karakterloos mogelijk en zelfs armer ... dan hij acht of meer eeuwen vroeger begonnen was": C. M. Peters, De Nederlandsche Stedenbouw.

Vervolgens nam Rachel eene sneeuwwitte kneedplank van den wand en ging eenvoudig wat beschuiten kneden; maar eerst zeide zij tegen hare dochter: "Mary, zoudt ge John niet eens gaan zeggen om het hoentje te gaan halen?" waarop Mary weder verdween. "Wel, hoe is het met Abigaël Peters?" zeide Rachel onder het kneden. "O! zij is beter," antwoordde Ruth.

Eerst was 't enkel een verbruiksvereeniging; nu is er een spaarkas aan verbonden, en een ziekenkas en van allerlei." "Een vereeniging van arbeiders dus? en daar ben jij lid van, Peter?" "Lid?" riep Juffrouw Kruse, "'t is immers Peters vereeniging; hij heeft ze gesticht en alles op streek geholpen." "Zoo," antwoordde Maarten droog.

Het huisje staat in eene achterbuurt die echter in Peters dagen geene achterbuurt was letterlijk verloren te midden van andere woningen en tuintjes. Wij gaan door een paar smalle steegjes, over een paar hooge smalle houten brugjes, en hebben weldra de beroemde plek bereikt. Wij treden door een hokje op eene soort binnenplaats, en zien daar een laag steenen gebouwtje met een rood pannen dak voor ons: dat is echter het huisje zelf niet, maar een soort van overdak, dat om en over het huisje heen is gebouwd, om het voor volkomen ondergang te bewaren: de schrijn waarin de relikwie geborgen is. En deze voorzorg is inderdaad niet overbodig: het huisje, dat geheel uit ruwe planken is opgetrokken, staat zoo scheef en ziet er zoo bouwvallig uit, dat het zonder deze bedekking waarschijnlijk reeds voor de vijandige werkingen van weer en wind bezweken zou zijn. Tusschen die omkleeding en het huisje zelf is een gangpad opengehouden, zoodat wij de relikwie aan alle kanten kunnen bekijken. Wij treden binnen. De hut, want een anderen naam verdient dit krot waarlijk niet, bestaat uit twee vertrekken, het eene iets grooter dan het andere, maar beiden zonder eenig sieraad, tenzij ge de met tegeltjes bekleede schouw als zoodanig mocht laten gelden. Het ameublement, eene vierkante houten tafel en een paar zeer ongemakkelijke houten stoelen, is meer dan eenvoudig; een ladder voert naar den zolder. In een woord: het is een verblijf, waarin de armste daglooner van den tegenwoordigen tijd zich kwalijk schikken zou. Een eenigszins zonderlingen indruk maken, bij deze kale armoede der woning, de later aangebrachte versieringen: schilderijen en platen, portretten van Peter

"De Stadspoorten, vóórheen angstig gesloten, openen zich nu meer en spoediger ter opname van nieuwe elementen, van nieuwe bedrijven; met de grootte der Steden breidde zich ook het gemeenschapsbegrip uit; en toen met de Reformacie ook de 'leer der goede werken' en de zorg voor het hiernamaals zich minder naar buiten uitte, verminderde onder den invloed der welvaart langzamerhand ook de vroegere eenvoud": C. M. Peters, t.a.p. bl. 392; vgl.

Dit was de geestelijke verwantschap, welke later door de protestantsche theologen en juristen zou worden ontkend, als geenerlei grond vindend in Gods woord. Volgens hen mochten dus peters en meters over 't zelfde kind wel trouwen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek