Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Het dierensprookje. Historisch lied. Feestlied. Geestelijk lied. Bedevaartliedjes. Het lied van den Boom. Het lot van het volkslied. IV. Bouwkunst en dekoratieve kunst De volksbouwkunst. Stad en stadswoning. De privaatwoning. Het moderne stadsbeeld. De landelijke woning. De dekoratieve volkskunst. Vloer en haard. Spinnewiel en bedsteden. Verdere meubileering. Spreuken. Gevelspreuken.

Ten tijde, dat de persoonlijkheid, en met haar de persoonlijke kunstuiting, meer tot haar recht kwam, toen ook de kleine burger of handwerksman iets voor zijn woonstede voelde en die opsierde naar vermogen, sprak uit stad en stadswoning, uit de woon- en bedrijfshuizen inderdaad voor een groot deel het karakter hunner bewoners.

De paarden waren tenminste nog jong, maar de arme Cae, reeds tien jaren haar dagelijksche metgezel, wie zou hem voortaan liefhebben als zij! Zoo graag zou zij hem medegenomen hebben. Maar tante had geantwoord dat, "als het kon," moest zij hem liever achterlaten; in een stadswoning was zulk een groote hond zoo lastig. "Als het kon."

In de XVIIIe eeuw verschijnt de klassieke gevel met zijn doorgaande pilasters en groot fronton; en dan volgt de deftige, rustige, vlakke gevel, die slechts uitmunt door goede proportie; tot tegen het einde dier eeuw "de karakterlooze gevel, meestal weinig meer dan een brok muur met eenige lichtgaten en een deurgat, de geschiedenis van den woon- en bedrijfsgevel en van het woonhuis komt besluiten". Aldus eindigde de stadswoning in de eerste helft XIXe eeuw "zoo karakterloos mogelijk en zelfs armer ... dan hij acht of meer eeuwen vroeger begonnen was": C. M. Peters, De Nederlandsche Stedenbouw.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek