United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Laat Sacher, met den beurtman, morgen, Wat versche bloemen ons bezorgen, En koop meteen, op 't Muiderplein, Voor tante Saar wat Lange-Lijzen: Gij kent haar smaak voor porcelein; Zend voorts een kooitjen voor haar sijzen, Een aanzetleder voor Oom Nol, Een verschen pot met tamarinden, Die gij bij Gerber wel zult vinden, En dan, voor mij, wat zwarte wol."

De meesten, dat was onredelijk. Nu moet ik zeggen dat Jans alleen op dát punt onredelijk is. Maar ik dank er God voor, want als Jans het niet geweest was, wie weet of ik tóch niet van tijd tot tijd bij Nol op den hoek er eentje zou gepakt hebben.

Huug gelooft er blijkbaar niets van. Hij gaat zich quasi haasten, maar schiet niet op. Ik ben op Moeder's verzoek in de kamer bij hem gebleven. Ze hoopt, dat ik het op eene of andere manier met hem zal klaar spelen. "Arme jongen! Je moet je zoo haasten. Ik geloof wel, dat je je werkelijk niet gauwer kùnt aankleeden. Weet je in hoeveel tijd ònze Nol zich verkleedt na de koffie?" vraag ik.

Na een "allerliesten rit" over den breeden dijk van Arnhem op Nijmegen, en vervolgens zijwaarts af over een flinken grindweg, bereiken de echtelieden Van Middelnesse tegen den namiddag het dorpje B., waar de jeugd, die juist naar de middagschool gaat, het mooie rijtuig aangaapt, het voor een groot deel begeleidt, en op de vraag van den koetsier: waar mijnheer Janssen woont? zonder te antwoorden lacht en goochelt; elkaar naar voren duwt; den een den ander op den rug springt, totdat er eindelijk een is, die, na de herhaling van de vraag, met den vinger wijzende het bescheid geeft: "Gunds achter 't huus van Nol Peters."

Hij, nieuwsgierig: "nu?" "Zonder te wasschen, in vijf minuten. Maar Nol is ook al acht. Jij bent nog maar zeven en een half. Jij bent nog maar een kleine jongen. Neen, je kunt het nog niet." "In hòèveel", vraagt hij verachtelijk, "in vijf minuten? Peuh! Ik kan het wel in vier." Na vier minuten geniet ik het voorrecht Huug, "tiré

Nis thin hus thus navt sterk noch wêst, alsa mot i trachda vmbet ôre bêter to mâkjande. Min hus wêre sterk enoch, sêider, men thet hâge wêter heth et vp bêrad ånd stornewind heth et ore dên. Hwêr stand thin hus thån, frêje Trâst. Alingen thêre Rêne, andere thene man. Ne stand et thån navt vppen nol jeftha therp, frêje Trâst.