Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


"Ik heb gehoord," vervolgde zij, "dat Hanna Stanwood ziek is. John is er gisteravond geweest ik moet morgen daarnaar toe." "John kan hier komen eten, als het noodig is dat gij den geheelen dag blijft," zeide Ruth hierop. "Dank u, Rachel! we zullen morgen zien. Maar daar komt Simeon."

Ik heb een koekje voor hem medegebracht," en daarmede hield zij het koekje den kleinen Harry voor, die het, door zijne krullen naar haar opkijkende, met zekere sluwheid aannam. "Waar is uw kleintje, Ruth?" vroeg Rachel. "O! hij komt; maar uwe Mary pakte hem op toen ik inkwam, en liep met hem naar de schuur, om hem aan de kinderen te laten zien."

"Zeker doet hij dat," zeide de levendige Ruth, nam spoedig het kind over en ontdeed het van een blauw zijden manteltje en andere bovenkleeren, waarin het gewikkeld was, vertrok en verschoof hier en daar iets om het op te knappen, gaf het een hartelijken kus en zette het naast zich op den grond neer om zich zelf te amuseeren en zoet te houden.

"Hij is onder vrienden, die hem van avond hier zullen brengen." "Van avond!" herhaalde Eliza. "Van avond!" De woorden hadden hunne beteekenis voor haar verloren. Haar hoofd was verward; alles was voor een oogenblik in een nevel gehuld. Toen zij ontwaakte lag zij te bed, warm in een deken gestopt, terwijl Ruth hare handen met kamfer wreef.

Wie en wat ook haar ouders geweest zijn, de pleegouders van Ruth Ingalls hebben het haar aan een goede opvoeding niet laten ontbreken; ze is ook een goede Christin, en haar onvermoeid werken in de school van de zending is voor de zendelingen oneindig veel waard.

En daarmede trippelde Ruth weder de deur uit. Een poosje na het avondeten kwam er een groote overdekte wagen voor de deur. Het was een heldere sterrennacht en Phineas sprong vlug van zijn bankje, om zijne passagiers te schikken. George kwam de deur uit met zijn kind op den eenen arm en zijne vrouw aan den anderen. Zijn tred was vast, zijn gezicht ernstig, maar kalm.

Simeon Halliday, een rijzig, recht welgespierd man, met een bruingrijze jas en broek en een breedgeranden hoed kwam nu binnen. "Hoe is het met u, Ruth?" zeide hij met warmte, terwijl hij zijn breede palm openspreidde, om haar mollig handje er in te leggen. "En hoe is het met John?" "O! John is wel, en al de anderen ook," antwoordde Ruth blijmoedig.

"Gij denkt aan u zelven, alleen om te leeren uwe naasten lief te hebben, Ruth," zeide Simeon, haar met welgevallen aanziende. "Wel zeker," zeide Ruth. "Is het dat niet, waartoe wij geschapen zijn? Als ik John en mijn kindje niet liefhad, zou ik zooveel gevoel niet voor haar kunnen hebben. Kom nu, zeg het haar toch!" vervolgde zij, Rachel dringend bij den arm vattende.

Zij zag door de open deur in de andere kamer; zij zag de tafel met een sneeuwwit tafellaken voor het avondmaal gedekt; zij hoorde het slaperige zingen van den theeketel, en zag Ruth heen en weder trippelen met borden en schotels, en nu en dan stilstaan om Harry een koekje in de hand te stoppen, of zijn hoofd te streelen of zijne lange krullen om hare witte vingers te winden.

Daar beneden tusschen 't hout, Waar de dunne rookwolk blauwt, Onder rozen en violen, Ligt de rieten stulp verscholen: Daar zit Thyrsis, jong en teêr, Naast heur Corydon ter neêr: 't Middaguurtjen heeft geslagen, 't Nedrig maal, Op reine schaal, Wordt door Phyllis opgedragen; Die nog pas heur taak volbracht, Of zij gaat heur Damon vinden, Die op 't stoppelveld haar wacht, Om de garven saam te binden: Menig air Van 't welig koren, Leest ze, als Ruth, uit greb en voren, Voor heur moeder bij elkaâr.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek