Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Niemand onzer gevoelde hierover eenige spijt en allen zagen verlangend uit naar het oogenblik, dat het eiland in het gezicht zou zijn. "Wel, Tom," zei ik op zekeren dag, "zie je niets?" "Ja," was het antwoord, "ik zie wel wat, maar ik kan nog niet zeggen wat het is!" Opeens echter kwam de kommandant op het voorschip loopen en gaf bevel, dat alle zeilen terstond moesten gereefd worden.

Eindelijk ging hij weer liggen, zonder een woord te zeggen. "Zei ik 't niet?" zei de berin. "Maar jij gelooft natuurlijk, dat niemand, behalve jij, neus en ooren heeft." "Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn met zulke buren, als wij hier hebben," zei de beer kalm. Maar opeens stoof hij brullend op.

Wie was deze man? Er werden namen genoemd, men fluisterde, bezon zich, er werden veronderstellingen geuit en weer tegengesproken totdat Zabern opeens den naam uitsprak, die reeds velen op de lippen zweefde: "Van Stralen!"

Zij had nu zware hoofdpijn en niets scheen haar op dit oogenblik begeerlijker dan haar geheele leven verder te mogen slapen ... al maar slapen! Maar men liet haar geen rust. Opeens flikkerde er hel licht in de kamer; zij schrikte ervan. "Doet het pijn aan de oogen?" zei een zachte stem. "Wacht eens." Er werd een schermpje voor het licht gehangen, maar Hedwig was er niet mee tevreden.

Al leidden wij ook een leven, zooals knapen op onze jaren niet gewoon zijn, toch waren wij in ons hart nog jongens van denzelfden aard als anderen en speelden wij gaarne. Geen dag ging er voorbij dat wij niet een uurtje knikkerden, met den bal speelden, of haasje-over sprongen. Dikwijls gebeurde het dat Mattia mij zonder aanleiding opeens vroeg: "willen wij wat spelen?"

Daar vloog opeens de deur open en stormden twee kinderen, een jongen en een meisje, de kamer in. "Mama, mama!" riepen ze tegelijk. "Papa vraagt of u beneden komt, neef Gerard is er en of wij even mochten blijven kijken naar de comedie!" "Sst.... stil, stil!" zei mevrouw van Rensen, half lachend.

Toen hij dit weer eens naar zijn gewonen trant deed, stond er opeens een lange, schrale man in een wijden, lichtgrijzen mantel gehuld, voor hem en riep, terwijl hij hem met groote, gloeiende oogen toornig aanzag: „Hei daar, wat kermt en huilt er toch zoo?

Doch wij luisterden tevergeefs. »Nog eens roepen, jongenszei Bob. »Den moed nog niet opgevenWeer klonk ons roepen door de nachtelijke stilte, en weer luisterden wij, of wij iets mochten vernemen. Opeens zei Bob: »Luister, jongens, ik hoor ietsWij luisterden. »Hoor, daar is het weerfluisterde Bob ons toe. »Ja, ik hoor het ookzei ik. »Dat moet Pieter zijn. 't Komt van dien kant

't Is zijn auto, dat weet ik zeker. De jongen zal toch geen ongeluk gekregen hebben..." Dik werd ernstiger, en hij wierp een blik langs de kluft om te zien, of Jan zich daar bevond. Opeens hoorde hij echter diens welbekende stem. "Pssst, Vader, is hij weg?" werd hem half fluisterend toegeroepen. 't Geluid kwam uit de auto.

Maar toen hij in Louis' oogen zag, dat hij gegriefd was, legde hij even de hand op z'n schouder: "Zeg, we hebben 'er gevraagd, hoor, je vriendin... eh... juffrouw Schermer.... maar ze heeft bedankt." Go hoorde 't, begreep opeens; maar Beerenstijn viel in: "Maar goed ook, anders werd 't hier 'n meisjesschool en die is bovendien affreus leelijk!" "Heeft ze bedankt zonder reden?"

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek