Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
In het algemeen neemt men eene zekere verwantschap aan tusschen den ooievaar en het vuur. Zal in het dorp een brand uitbarsten, dan fladderen de ooievaars reeds van te voren angstig om de kerktoren. De uit hunne nesten verdreven ooievaars, heet het elders, komen met een brandend stuk hout in den bek aanvliegen, om de woning, waar men hen verjoeg, in brand te steken.
Eindelijk schudde hij zijn hoofd en zei: "Wonderlijk, wonderlijk; 't is ons haast net gegaan, als u. En hoe vreemd, dat wij u nu juist hier moesten vinden." "Ja," zei de uil, "maar nog vreemder, omdat mij, toen ik nog een kind was, al voorspeld is, dat een ooievaar mij nog eens gelukkig zou maken. "Maar ik geloof zeker, dat ik wel wat voor u doen kan.
Niemand is er, of hij kent de fabel van den Vos en den Ooievaar en de grappige wijze, waarop de langgebekte vogel den listigen Reijnaert het slechte onthaal betaald zette, dat hij bij dezen genoten had. Nimmer misschien werd deze fabel op een meer krachtige wijze verwezenlijkt, dan bij gelegenheid van het voorval, mij onlangs door een geachten vriend verhaald.
Alle dichters worden bespookt van herinneringen; de ooievaar vliegt bij hen even goed over 't dak als de roekeloerende duiven en al is gezegd dat groote mannen niet geestig zijn, ze houden toch allemaal erg veel van katten, is het niet? Er is nog wel een Hollandsch boek dat wij graag eens zoo ten geschenke zouden ontvangen. Mei.
Terwijl hij radeskens waschte, kwam Petrus, de ooievaar, met een zilveren visch in den rooden bek naar zijn nest gevlogen, waar zijn wijf met eieren lag. Als alles gereed was voor het eten, ging hij in d'achterdeur staan en keek over het land dat opkleerde in de zon.
Te Canne, bij Maastricht, zingt de jeugd: De eksters en de kraaien, Die zwaaien al over mijn hoofd En snakken al naar mijn dood; Die dood begint te naken, Ik zal het niet lang meer maken. Spookdieren zijn over het algemeen een kwaad voorteeken en verkondigen onheil; niet aldus de zwaluw, de ooievaar, de koekoek. Hoe kan het anders? Het zijn alle drie lenteboden.
En de kalkoensche haan blies zich zoo dik op, als hij maar kon, en vroeg, wie hij was; de eenden snaterden, en de ooievaar vertelde van het warme Afrika, van de piramiden en van den struisvogel, die, als een wild paard, de woestijn doorliep; maar de eenden verstonden niet, wat hij vertelde, en toen zeiden zij tegen elkander: «Wij zijn het er immers allemaal over eens, dat hij dom is!»
De achterste ledematen, met hunne met zwemvliezen voorziene pooten, waren bijzonder sterk, en hij had eenen stevigen staart, die, met zijne twaalf zijdelings uitgestrekte wervels, een krachtig bewegingstoestel moet gevormd hebben. De bek was puntig als die van den duikelaar of de ooievaar.
Vandaar dan ook, dat het als een zegen wordt beschouwd, wanneer zwaluw of ooievaar op een huis hun nest bouwen. "Zwaluwen in 't dak, guldens op zak;" en op de Veluwe: "Waar een zwaluw aan den stal nestelt, daar sterven de kalveren niet."
Toen, hij voelde het weêr opnieuw, was hij voorover in het zand gaan liggen huilen, kwaad dat hij niet uit mocht en geen ooievaar was die vliegen kon. Eerst hadden de jongens gevraagd wat hem scheelde en vervolgens hadden ze hem uitgejouwd, omdat hij niet had weten te zeggen waarom of hij gegriend had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek