Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Zij zeilden zoo lang, totdat er geen land meer te ontdekken was, en zij zagen een troep ooievaars; deze kwamen ook uit hun vaderland en wilden naar de warme landen toe; de eene ooievaar vloog altijd achter den anderen aan, en zij hadden al ver, heel ver gevlogen!
Nu was dit bad dicht bij den uitgang, waar de armzalige Rinaldo buiten was, zoodat zij daarin staande het klagen en het klappertanden hoorde van Rinaldo, dat het geklepper van een ooievaar scheen. Daarom zeide zij na haar meid te hebben geroepen: Ga naar boven en zie over den rand van den muur, wie er aan de voet van de deur ligt, en wat hij er doet.
Terwijl de ooievaar zoo klaagde, kon Akka, de wilde gans, die nergens vriendelijkheid of bescherming vond, niet laten te denken: "Als ik het zoo goed had als u, Mijnheer Ermerik, zou ik me wel schamen te klagen. U is een vrije, wilde vogel gebleven, en toch staat u op zoo'n goeden voet met de menschen, dat niemand op u zal schieten, of een ei uit uw nest nemen." Maar dat hield ze voor zich.
Maar 't was niet Akka, die den jongen ontdekte, terwijl hij met zijn groot gevolg voortliep; 't was niet Akka, die neerdaalde, hem met den snavel pakte, en met hem naar boven zweefde hoog in de lucht. Dat was Mijnheer Ermerik, de ooievaar. Want die was ook naar hem gaan zoeken.
Wat nu maakte, dat, wat de ooievaar zei, nog treuriger klonk, was dat hij zoo moeielijk sprak. Hij stond een heele poos niets te doen dan te klepperen, en sprak toen met een heesche en zachte stem. Hij beklaagde zich toen over alles en nog wat: het nest, dat boven op het dak van het huis Glimmingen lag, was heelemaal bedorven door de winterstormen, en hij kon nu geen eten meer vinden in Skaane.
Maar op hetzelfde oogenblik, dat de jongen voor den dag kwam, begon er leven in den ooievaar te komen. Tot nu toe had hij op ooievaarsmanier met gebogen hoofd gestaan, en den snavel tegen den hals gedrukt gehouden; maar nu hoorde men een geluid diep in zijn keel, alsof hij lachte. Bliksemsnel stak hij den snavel naar beneden, pakte den jongen, en gooide hem een paar meter de lucht in.
"Waarom juist van nacht, Mijnheer Ermerik?" vroeg Akka. "Ja, omdat bijna alle zwarte ratten van nacht naar de Kulla zijn getrokken," zei de ooievaar. "Ze vertrouwden er op, dat alle andere dieren daar ook naar toe zouden gaan.
Dat was het allerbeste getuigenis, en den kikvorsch en de slangen konden zij opeten; en dat deden ze dan ook. «Nu zullen we ons wreken!» zeiden zij. «Wel zeker!» zei de moeder der ooievaars. «Wat ik er op bedacht heb, is het allerbeste. Ik weet waar de vijver is, waarin al de kleine menschenkinderen liggen, totdat de ooievaar komt en ze aan de ouders brengt.
Maar daarbij had hij zich groote, zwarte vleugels aangeschaft, hooge roode pooten en een langen, dikken snavel, die te groot was voor den kleinen kop, en dien neertrok, zoodat het dier er bekommerd en bedroefd uitzag. Akka legde gauw zijn vleugeldekveeren terecht, en boog verscheiden malen den hals, terwijl zij den ooievaar tegemoet ging.
"O!" riep hij, "nu zou ik voor geen geld van de wereld willen, dat ik geen ooievaar geweest was!" Nu stapten de drie vroolijk den weg naar Bagdad op. Gelukkig vond de Kalif in zijn' broekzak niet alleen nog de doos met de tooversnuif, maar wat beter was zijne geldbeurs. In het eerste dorpje, waar de wandelaars kwamen, werd er nu een rijtuig genomen, en toen ging het in vliegende vaart naar Bagdad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek