Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Nu kwamen de jongens beneden op de straat en zongen hun lied: «Ooievaar! waar vlieg je heen?» «Zullen we niet naar beneden vliegen en hun de oogen uitpikken?» vroegen de jongen. «Neen, doet dat niet!» zei de moeder. «Luistert maar naar mij, dat is veel meer van belang! Een, twee, drie! nu vliegen we rechts. Een, twee, drie! nu links om den schoorsteen heen! Kijk, dat ging waarlijk al heel goed!
Dicht daarbij stond een groote hooiberg, en tusschen deze en het huis een kleine schuur, die met een plat stroodak bedekt was. «Daar boven kan ik wel liggen!» dacht de kleine Klaas, toen hij het dak zag. «Dat is immers een heerlijk bed. De ooievaar zal wel niet naar beneden vliegen en mij in mijn beenen bijten!» Want op het dak stond een levende ooievaar, die daar zijn nest had.
Morgen, als ik wakker word, is er stellig geen enkele grijze rat meer in 't Glimmingehuis." De jongen knipoogde tegen Akka, en beduidde haar, dat hij den ooievaar op den grond wilde gooien, terwijl die zich gereed maakte om te gaan slapen op den buitensten kant van het nest, met het eene been opgetrokken; maar Akka belette hem dat. Zij zag er in 't geheel niet gekwetst uit.
Leve mijn broeder Judocus, de goede heremijt! riep hij uit, terwijl hij de tassche deed rinkelen. God beware hem in vreugd, in vet en in gezondheid, 't Is Judocus vol zegen, Judocus vol overvloed, Judocus met zijne vette soep! De ooievaar heeft geenszins gelogen! En hij legde de tassche op de tafel.
Hij heeft mij verzocht, onder mijn geleide te mogen voortreizen, en heeft niet losgelaten, of ik moest nog in den Gouden Ooievaar een tijdlang vertoeven om een glaasje van afscheid te drinken; UEd. is, naar ik vermoede, de Ambtman Mom, op wiens last ik hier geroepen ben." "Dat is te zeggen," zeide Mom, Eugenio zijdelings aanziende: "op mijn last.... ja, in een zekeren zin.
Na verloop van tijd ging natuurlijk de oorspronkelijke beteekenis der mythe verloren; maar in het algemeen verbreide volksgeloof, dat de tegenwoordigheid van dezen vogel het huis tegen bliksem en brand beschermt; leeft nog altijd de herinnering voort aan den ooievaar als drager van het bliksemvuur.
"Een heel eind verder weet ik een grooten waterplas," zei de grootvizier. "Daar heb ik dikwijls allerlei dieren en ook ooievaars gezien. Die klepperden dan zoo druk en stapten zoo koddig over de weide; laat ons daar eens gaan kijken." "Mij best," zei de Kalif en ze stapten verder. Toen ze bij de waterplassen gekomen waren, zagen ze wezenlijk een' ooievaar deftig op en neer stappen.
De spreeuw schudde zijn staalgrauwe vleugels op de daken van de kleine boerenwoningen en de ooievaar wandelde statig op en neer in de ploegvoren van den akker, terwijl zijn wijze hoofd voortdurend op zijn langen hals in beweging was. Toen hielden zij stil vóór de kleine, witgeverfde kerk, die in de zon schitterde. Zij gingen met Helle tusschen hen in, de kerk binnen.
Sommige van Egberts bekenden schudden bedenkelijk het hoofd en mompelden: Alle geluk is sinds dien tijd van Egberts dak voorgoed gevloden! De zwaluwen, die bij de verbouwing verjaagd waren, kwamen ook niet terug, en de ooievaar, dat teeken van geluk, die op den schoorsteen placht te nestelen, was weggebleven. In het kleine huis van meester Wouter was daarentegen alles vroolijk en gelukkig.
Bijou was reeds eenige weken vóórdat de ooievaar op Stralings dak neerstreek, naar het sousterrain verbannen; zijn rijk in salon en huiskamer was uit en de liefkoozingen, die in vroegere, betere tijden met zoo kwistige hand aan hem werden verspild, bepaalden zich sedert lang reeds tot niet meer dan een gedachteloos aaien, een strijken over zijn kop of rug, als had de hand, die het deed, slechts werktuiglijk een oude gewoonte gevolgd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek