United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


De grootvizier vloog de deur uit en kwam een oogenblik later met Selim, den Geleerde, terug. "Selim", zei de Kalif, "als je dit papier kunt lezen, geef ik je een mooi pak, maar kun je 't niet lezen, dan krijg je vijfentwintig klappen om de ooren, omdat je je den Geleerde laat noemen en niet geleerd bent." Selim kruiste de armen over de borst en boog diep voor den Kalif.

Terugkomende zei hij tot zijn meester: "Wilt u wel gelooven, dat wij het onderwerp van hun gesprek uitmaken?" De minister riep: "Dat is niet mogelijk! En wat zeiden ze dan wel?" "Een van hen," hernam de secretaris, "heeft gezegd: daar ziet ge nu den grootvizier Atalmuc, dien arend, die met zijn vleugelen Perzië bedekt als een nest en onafgebroken waakt over het welzijn van het land.

Toen toen krompen hunne beenen in, al dunner en dunner werden ze, al rooder en rooder ook; de nette, gele pantoffels van den Kalif en zijn' grootvizier werden ooievaarspooten, de armen werden vleugels, de hals schoot uit de schouders en werd eene el lang, de baard was weg en in plaats van kleeren hadden ze zachte veeren gekregen. De Kalif en de grootvizier stonden eerst stom van verbazing.

Verbeeldt je, ik heb maar even den Kalif van Bagdad en zijn' grootvizier in een paar ooievaars omgetooverd. Eerst werd ik zelf marskramer en toen neen, maar ik weet mij niet te houden van het lachen, als ik bedenk, dat die voorname heeren nog altijd op hunne lange ooievaars-beenen rondloopen en het woord vergeten zijn, waardoor ze zich zelf weer tot mensch kunnen maken!"

De grootvizier geeft zich niet de moeite naar zijn omstandigheden te informeeren, hij is hem genegen, maar laat hem aan armoede ten prooi." Hier hield ik met spreken op en keek den hertog de Lerme aan, die mij glimlachend vroeg, welken indruk dat verhaal op Atalmuc maakte en of hij niet beleedigd was door de stoutmoedigheid van den secretaris.

O, heerlijkheid! pas was het woord voor den derden keer uitgesproken, of de Kalif, die nu geen Kalif-ooievaar meer was en de grootvizier, die nu geen grootvizier-ooievaar meer was, vielen elkaar om den hals. Lachend en schreiend bekeken ze elkaar, alsof ze elkaar nog nooit eerder gezien hadden. En er was er nog eene derde, die hen allebei lachend en schreiend bekeek.

De Kalif en de grootvizier richtten zich naar het oosten en bogen en bogen, tot de lange snavels de aarde raakten, maar met den mond brachten ze het niet verder dan tot: Mu Mu Mu! Geen van beiden kon zich het woord herinneren en de Kalif en de grootvizier waren en bleven ooievaars. Treurig wandelden de twee betooverden nu door de weide: ze wisten niet, wat in hunne ellende te beginnen.

Eindelijk riep de Kalif: "Neen, maar zoo iets heb ik van mijn leven nog niet gezien. Wat een snoeperigen snavel heb je, grootviziertje!" "Als ik het zeggen mag," riep de grootvizier, "ziet Uwe Hoogheid er als ooievaar bijna nog knapper uit dan als Kalif. Maar kom, als 't Uwe Hoogheid goed is, laat ons eens naar onze kameraden ginds gaan.

Syl was zijn grootvizier, de leelijkste hond van den ganschen troep, bruinzwart en met gluiperigen blik. De spitse, opstaande ooren, die een poolhond een zoo verstandig uitzicht geven, stonden bij Syl scheef en deden hem er dom uitzien.

Soms plaagde de Kalif zijn' grootvizier zóó erg met zijn klepperen en zijn Mu Mu-geroep, dat de grootvizier waarschuwend den vinger opstak en riep: "Pas op maar, pas op! of ik vertel aan Mevrouw Kalif, wat we met elkaar besproken hebben voor de deur van het oude gebouw. U weet wel, waar prinses-nachtuil woonde."