Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Door verregaand losbandig gedrag had hij zijn vermogen verspild, zijn naam onteerd en zijn gezondheid verwoest. Er waren jaren verloopen, dat men niets van hem had vernomen, tot eindelijk een brief uit een kleine provincieplaats Lewin naar zijn sterfbed riep. Kitty wist, dat deze broeder bestond, maar had hem nimmer gezien.

Kniel neder, vriend, met mij; Lavinia, kniel; En knaap, kniel ook, gij hoop van Rome's Hector; En zweert met mij, zooals met de' armen gade En vader der onteerde kuische vrouw Eens na Lucretia's schennis Brutus zwoer, Dat wij een dood'lijke, overlegde wraak Op deze snoode Gothen nemen zullen, Hun bloed zien, of zelf sterven, laf, onteerd.

Dezelfde man, die zich als onteerd zou beschouwen, indien hij uw beurs of uw tabaksdoos uit uw zak wegkaapte, zal zonder eenige aarzeling van uwe onbekendheid met de wetten en gebruiken des lands profiteeren om u te misleiden, u zoo veel mogelijk geld af te persen of u niet te betalen wat hij u schuldig is.

Het was aandoenlijk op te merken, hoe hij, aan de eene zijde, huiverde tegen de ontmoeting en zich schaamde over haar, die zijn onberispelijken naam onteerd had, en, aan de andere zijde, verlangde haar terug te zien en, kon het zijn weder tot zich te nemen.

MUCIUS. Neen, 'k laat niet door. TITUS. Wat, drieste knaap! verspert gij In Rome mij den weg? MUCIUS. Help, Lucius, help! LUCIUS. Heer, onrechtvaardig zijt ge en meer dan dat; In blinden, boozen strijd versloegt ge uw zoon. TITUS. Noch hem, noch u erken ik als mijn zoon; Geen zoon van mij hadde ooit mij zoo onteerd. Schurk, geef den keizer fluks Lavinia weer.

"Daar is wat van aan," zeide Tante: "en ik kan toch ook niet vinden, dat mijn erf er door onteerd is, dat er een Grande van Spanje op gelogeerd heeft. En wat is er van hem geworden? Die arme Van Lintz! hij is zoo dikwijls mijn Cavalier geweest." "Dat is juist de vraag, wat er van hem geworden is," zeide de Naarder Onderschout: "hij heeft, ondanks al onze voorzorgen, weten te ontsnappen."

"Maar indien gij evenwel de vervulling van uwen plicht uitsteldet tot op eenen anderen dag?" "Onmogelijk! ik ware onteerd voor gansch mijn leven; elk vrij man zou mij als eenen lafaard verachten, gij weet het wel, Strena. Danken wij God dat ik mij heb misgrepen. Laat ons nu weder vroolijk met de kinderen ... Geef acht! Die beweging bij den ingang der Steenstraat!

Toen de ongelukkige al voor altijd onteerd had voldaan aan de wraak van de menschen met zijn bloed, zijn martelingen en zijn gegil, moesten ze hem van 't paard afhalen, want hij was flauw gevallen. En God gave dat hij toen gestorven was! Met een van die verfijnde wreedheden gaven ze hem de vrijheid.

"Daarvoor heb ik dit bewijsstuk," antwoordde Hildebrand, het briefje aan juffrouw Noiret toonende; "men kent uw hand; een biljet vol van de schandelijkste propositiën aan een eerbaar meisje, dat als zij ze gelezen had, reeds meenen zou onteerd te zijn. Het zou mij niet moeilijk vallen uit uwe vroegere 'residentie' meer dergelijke briefjes op te dagen. Maar dit eene is genoeg."

Zijn "roozenkleur" vergaat onder zijn tranen, "en kwynend en door mistroostigheid afgemat", wandelt hij "door de dichte bosschen," waar hij vol bittere smart op het gras nederzinkt. Onteerd komt het kind terug en sterft: "Daer lag dit lieve roosje tusschen vier geele wassen keerssen te zieltogen."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek