Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 november 2025


"Waar zijt ge in dat natte weer geweest, mijnheer Bingham?" vroeg Granger. "Ik heb met Miss Beatrice een wandeling gedaan; zij komt door het dorp terug," antwoordde hij. "Ik geef niet om den regen, en ik wilde nog wat versche lucht scheppen, eer ik naar den tredmolen terugga. Dank u alleen maar een kop thee onderweg zal ik wel wat eten."

Dienzelfden morgen deed de kapitein mij bevel brengen om naar zijne herberg te gaan. Ditmaal gevoelde ik mij geenszins ontsteld; het hart klopte mij wel krachtig, doch in volle vrijheid, en ik hitste mij zelven onderweg tot stoutheid aan, om mijnen kapitein eens en voor altijd te doen begrijpen, dat ik als een man wilde behandeld worden.

Er is nog veel te overleggen, en onderweg is mij iets ingevallen. Ik moet den haven-admiraal en zijn voornaamste raadslieden, de krijgsbevelhebbers, en de bestuurders der land- en zeemacht bij mij zien; vooral ook den aristarch en Gorgias. Er is haast bij. In twee uur, neen, in anderhalf, moeten zij hier zijn. Ik moet hunne plannen en kaarten van de Oostelijke grens nazien.

"Gij zegt dat zoo leuk, alsof het slechts een rit van één dag is." "Een rit is het, dat weet ik. Maar of die nu één dag, dan wel een rond jaar duurt, dat doet er niets toe." "Hum, zoo! Maar hebt gij wel bedacht, wat iemand onderweg wedervaren kan?" "Die moeite heb ik mij nog niet gegeven; ik hoop dat onderweg wel te ondervinden." "Verlang daar maar niet te hard naar.

En onderweg dicht hij: »Ik wil een gedicht maken over niets," begint hij, »het is gedicht terwijl ik te paard zat te slapen," hij voelt zich behekst, weet niet of hij waakt of droomt; zijn hart is op 't punt van verlangen te barsten, maar daar geeft hij geen sikkepitje om; wie zijn geliefde is, weet hij niet, maar toch bemint hij haar zéér, maar toch kent hij er een die schoner is, alleen weet hij maar niet waar hij haar vinden kan... In zulk een stemming van opgeruimde onverschilligheid en vage verliefdheid dwaalt de zanger om van het ene hof naar het ander.

Het vogeltje komt er uit en kijkt naar het brood. »Héla! mijn zoon, ben jij; daarzegt de vader. Maar de leermeester zei: »dat heeft je de duivel ingegeven, hoe kun je anders je zoon kennen?« »Vader laat ons gaanzegt de jongen. De vader gaat met zijn zoon weer naar huis. Onderweg komt er een koets aangereden.

Vroeger stortte dit bergstroompje zich over den rand van het plateau in een ravijn, dáár door zijn onstuimig water uitgeknaagd; in den loop der eeuwen boorde het zich een weg door het gesteente en verdween onder den grond om 700 M. verder, doch 90 M. lager, in het ravijn te voorschijn te komen en tusschen diens nauwe rotswanden in wilde vaart zijn weg te vervolgen naar het dal, onderweg talrijke watervallen vormend, die met zulk een oorverdoovend geloei neerstorten, dat men hier den stroom Bramabiau, d.w.z. loeiende stier, genoemd heeft.

"En ik dacht nogal, dat ik je een plezier zou doen, toen ik dat lichte pakje kocht!" zeide Marie, die voor Jacques' koelheid geen verklaring vinden kon. "Wij gaan niet naar buiten," antwoordde hij; "ga maar terug, ik moet werken." Marie ging bedroefd naar huis. Onderweg kwam zij een jongen man tegen, die de geschiedenis van Jacques kende en haar vroeger het hof gemaakt had.

Ook vaardigde de koning het bevel uit, dat alles, wat de admiraal voor zich, voor zijn schip of zijn scheepsvolk noodig had, kosteloos moest verstrekt worden. Columbus begaf zich aanstonds op reis naar Valparaiso. Overal moest hij onderweg, dit wilde de koning, op de ruimste wijze onthaald worden.

Barbicane had het meest van hun drieën geleden men zag bloed. Maar 't bleek, dat dit slechts uit een lichte wond aan den schouder kwam. Toch had hij eenigen tijd noodig om bij te komen. »Nicholl, zijn wij onderweg?" was het eerste dat hij vroeg. »Ja zijn wij op reis?" herhaalde Michel Ardan. »Of liggen wij nog stillekens op den Floridaschen grond?" vroeg Nicholl.

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek