Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Adolf van Nieuwland bevond zich aan de rechterzijde van de jonge Graaf en sprak gemeenzaam met hem. In het midden van de afstand, die tussen de Dekens en de ridders was, stond de bode van Kortrijk. Zodra iedereen op zijn behoorlijke plaats was, beval Gwyde de bode dat hij zijn boodschap voor de Dekens zou herhalen.

Machteld was met hen gekomen, en men had haar een prachtige woning in het Prinsenhof aangeboden; doch zij verkoos het huis van Nieuwland, de plaats waar zij zo menig droevig uur had doorgebracht, de plaats aan dewelke al haar dromen van liefde en rouw gehecht waren.

Adolf van Nieuwland was alleen met Gwyde en zijn vaandrager blijven staan, zodat zij van het leger gescheiden waren en een gewisse dood te verwachten hadden.

Doch het daardoor overgebleven meer verlandde ten gevolge van voortdurende aanslibbingen zoo spoedig, dat op dien grond reeds in 1277 de kerk van het dorp Nieuwland gesticht werd.

Word niet rood, Machteld, ik geef u oorlof om Adolf van Nieuwland te beminnen, totdat het huwelijk dit zuiver gevoel bekrone." Machteld viel in zijn rede en riep: "O mijn vader! Uw liefde tot mij is oneindig, gij overlaadt mij met vreugde. Ja, ik heb zo dikwijls, bij de vreze van u te vergrammen, geweend; maar nu, o geluk!

Nochtans was het door dit gevoelen niet dat de maagd bloosde; want het was merkbaar dat het rood op haar wangen niet kwam dan op het ogenblik dat Adolf van Nieuwland, met zijn liefdevolle blikken, haar zijn aanbidding smekend toedroeg. Onmiddellijk na deze heerlijke Landvrouwen kwamen menigvuldige schild- en hofknapen allen halflijfs in zijde van verschillende kleuren gekleed.

"Heer Van Nieuwland," sprak Diederik de Vos, "indien gij uw edel voornemen gelukkig wilt volbrengen, is het raadzaam dat wij deze plaats verlaten, en dat gij spoedig vertrekke; zo een vijand of ontrouw dienaar u onder deze gedaante ziet, zijt gij in groot gevaar van uw leven zonder vrucht bloot te stellen." Adolf begreep de redelijkheid dezer woorden, en staarde met droeve blikken op Machteld.

"Maar neen, ik was niet dood: onze gevangen broeders en Mijnheer Van Nieuwland kunnen dit getuigen. Ik heb ze allen getroost, want als een reizende Priester mocht ik bij de gevangenen gaan; de Heer vergeve mij het Latijn dat ik gesproken heb! Ja, ja, Mijne heren, lacht niet, ik heb Latijn gesproken. Ik breng tijdingen van al onze ongelukkige landgenoten voor hun bloedverwanten of vrienden."

Herinner u, dat onze vriend, Mijnheer Adolf van Nieuwland, mij moest verlossen, en noem mij niet meer verrader of booswicht, want uw woorden pletteren mij het hart." Bij de naam van Adolf verhelderden zich de stuiptrekkende wangen der maagd.

Maar gij moet mij eerst beloven dat gij het geheim, hetwelk ik u ga vertrouwen, aan niemand zult ontdekken." "De rechtvaardigheid en de gunsten des Heren Van Nieuwland zijn onder de wolwevers nog niet vergeten," antwoordde Deconinck, "diensvolgens mag UEdele op mij als op een dankbare dienaar rekenen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek