Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
»Dat raakt niet," vond Michel Ardan, »als wij maanbewoners worden, gaan wij op die helft wonen, welke naar de Aarde toegekeerd is." »Ten minste," sprak Nicholl, »indien er niet enkel op de tegenovergestelde zijde lucht te vinden is, gelijk sommige sterrenkundigen meenen."
»Ik zie, Nicholl, dat gij een man van orde zijt; ik heb dat nooit kunnen wezen; maar als ge mij niet kwalijk neemt, gij hebt daar weddenschappen aangegaan die u niet veel voordeel aanbrengen." »En waarom dat?" vroeg Nicholl. »Wel, als gij de nu eerstvolgende wint, moet de Columbiad gesprongen zijn en het projectiel ook, maar dan is Barbicane er niet meer om u zijn verlies te betalen."
»En nu de tweede vraag," sprak Nicholl. »Ik vraag aan de geachte commissie: indien de Maan tegenwoordig onbewoonbaar is, was zij dan vroeger bewoond?" »Burger Barbicane heeft het woord," zei Michel Ardan. »Mijn vrienden," begon deze, »ik heb deze onze reis niet afgewacht om een bepaalde meening te hebben over een vroegere bewoonbaarheid van een wachter onzer Aarde.
Zouden de bewoners der andere planeten niet meer van hunne wachters weten dan wij aardbewoners van onze Maan?" Wat Barbicane of Nicholl daarop hebben geantwoord, is ons niet bekend; maar men zou Michel Ardan het volgende hebben kunnen zeggen. Het zou ten deele voor die planeetbewoners veel gemakkelijker zijn wegens de meerdere nabijheid dier wachters bij hun hoofdplaneet.
»Onze gelijken!" riep Michel Ardan uit. »Onze gelijken dat zijn zij nu niet meer dan de maanbewoners. Wij bewonen een wereld op ons eigen handje, het projectiel, en wij zijn met ons drieën! Ik ben zoo goed als Barbicane en Barbicane is zoo goed als Nicholl.
»Maar zou," vroeg Nicholl weder, »de maan, eer zij wachter der aarde geworden is, in het punt harer zonsnabijheid niet dicht genoeg voorbij de zon hebben kunnen vliegen om daar door uitdamping haar geheel nevelkleed achter te laten?" »Dat zou kunnen, vriend Nicholl, maar waarschijnlijk is het niet." »Waarom niet?" »Omdat .... ik weet het niet."
Zij telden dan ook de uren, die nimmer schenen te zullen eindigen; Barbicane en Nicholl verdiept in hunne berekeningen, Michel Ardan heen en weder stappende, zooveel de enge ruimte dit toeliet, terwijl hij van tijd tot tijd een ongeduldigen blik wierp op de Maan. Nu en dan vlogen gedachten aan de Aarde met snelheid door hun hoofd.
»Bovendien," zei hij eens tot zijn reismakkers, »we zullen niet geheel van onze vrienden op de Aarde afgesloten zijn en zij zullen wel zorgen ons niet te vergeten." »Zeker niet," verzekerde Maston. »Hoe meent gij dat?" vroeg Nicholl. »Doodeenvoudig," antwoordde Ardan, »zal de Columbiad daar niet altijd blijven?
En dan is het toch beter dat het punt waarheen wij gaan verlicht is, dan dat van waar wij zijn vertrokken." »Gij hebt gelijk, Barbicane," antwoordde kapitein Nicholl, »en bovendien wanneer wij de maan bereikt hebben, zullen wij in de lange maannachten tijd in overvloed hebben om uit te zien naar dien wereldbol, waarop onze gelijken dooreen krioelen."
't Was kapitein Nicholl. Maar wat deed hij? Niets anders dan een vogeltje uit het net eener reusachtige vergiftige spin bevrijden! De kapitein hoorde geritsel. Hij keek op en riep: »Michel Ardan! Wat komt gij hier doen, mijnheer?" »U de hand drukken, Nicholl, en u beletten Barbicane dood te schieten of door hem doodgeschoten te worden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek