United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na het jaar 1833 verhaalde een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift, dat sir John Herschel, toen hij naar de Kaap de Goede Hoop gezonden was tot het doen van sterrenkundige waarnemingen, door middel van een nieuw instrument de maan had aangehaald tot op een afstand van 80 yard . Hij had dan ook nauwkeurig de stroomen waargenomen in welke de rivierpaarden wonen, en groene bergen gezien met goud omzoomd, schapen met ivoren horens, witte reeën, maanbewoners met vliesvleugels zooals die der vleermuizen.

»Wij worden zoo zoetjes aan er op voorbereid om met die snelle afwisseling van hitte en koude maanbewoners te worden," sprak Michel Ardan zich het gelaat afvegend. »Daar hebben wij de maanbewoners weer!" »Nu ja, maar 't is toch wel de moeite waard daarover te spreken." »Dan doen zich," antwoordde Barbicane, »twee vragen op: is de Maan bewoonbaar, en is zij bewoond geweest?"

»Een aardig landje!" sprak Michel Ardan. »Maar dat maakt niets uit! Ik wenschte maar dat ik er was. 't Zal grappig zijn de Aarde tot wachter te hebben en als zij opgestaan is te kunnen zeggen: daar heb je Amerika, en daar Europa! En haar dan na te oogen als zij verdwijnt in de stralen der zon! Maar zeg eens, Barbicane, zien de maanbewoners ook eclipsen?"

Alles even scherp, even hoekig, gelijk er ook, dewijl de Maan geen dampkring en dus ook geen schemering heeft, geen zachte overgang is van het licht naar het donker, maar een onmiddellijk afsnijdende lijn, zonder de minste schemering. Daaruit moet volgen, dat de maanbewoners, aangenomen dat zij bestaan, de schitterende zon en de fonkelende sterren zien staan aan een pikzwart uitspansel.

»Leve Poë!" klonk het door de zaal. »Ik beschouw al het geschrevene als spelen met de pen," ging Barbicane voort, »maar het heeft ook niet ontbroken aan ernstig gemeende voorslagen om onmiddellijk met de maanbewoners te correspondeeren. 't Is eenige jaren geleden, dat een Duitsch wiskundige voorstelde, een commissie uit geleerden bestaande, naar de steppen van Siberië te zenden.

De twee kampioenen stonden op het punt elkander te lijf te gaan. Barbicane kwam tusschenbeiden. Hij zeide, hen scheidende: »Stil ongelukkigen, als er geen maanbewoners zijn, behoeft ook over hen niet getwist te worden." »De maan is ons!" riep Nicholl uit. »Wij met ons drieën stichten er de republiek." »Ik ben het Congres!" snoefde Michel Ardan. »En ik de Senaat!" schreeuwde Nicholl.

»Dat is nog niet bewezen," gaf Barbicane ten antwoord. »Een mensch is zelfs voor het scherpste gezicht niet verder zichtbaar dan op 7 kilometer. Er zouden derhalve maanbewoners kunnen zijn, die wel ons projectiel zien, maar zelven aan ons oog ontsnappen." Tegen 4 uur in den morgen, op de hoogte van 50° breedte, waren zij de Maan tot op 600 kilometer genaderd.

Zeer groot moet het zijn; vooreerst om de aandacht der maanbewoners indien zij er zijn te trekken; en ten tweede, vooral om het met het oog te kunnen volgen. Gij weet, dat de kijkers een zeer hoogen graad van volkomenheid bereikt hebben. Er bestaan kijkers met een 6000-malige vergrooting, sterk genoeg om de maan te doen schijnen als op een afstand van 160 kilometer.

»Dat raakt niet," vond Michel Ardan, »als wij maanbewoners worden, gaan wij op die helft wonen, welke naar de Aarde toegekeerd is." »Ten minste," sprak Nicholl, »indien er niet enkel op de tegenovergestelde zijde lucht te vinden is, gelijk sommige sterrenkundigen meenen."

»Zeer natuurlijk," antwoordde Barbicane. »De maanbewoners hebben die verbazende werken ondernomen en die reusachtige uitgravingen gedaan, ten einde wijkplaatsen te hebben tegen de stralen der zon, die veertien dagen achtereen op hen vallen." »De maanbewoners zijn nog zoo dom niet," meende Michel Ardan.