Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
"Adieu, mama, tot weerziens; adieu, Nelly!" riep hij, terwijl Liesje, haar sluier voordoende, met afgewend gelaat haar de hand reikte. Buiten gierde nog altijd de storm, en weder gingen zij zwijgend naast elkander. "Gij zijt te dun gekleed," sprak Army, en deed zijn mantel af om haar dien over de schouders te hangen. "Neen, ik ben niet koud, wezenlijk ik dank u."
Daar zullen de Kerstgeschenken ook wel niet rijkelijk zijn uitgevallen." Liesje zat reeds sedert een kwartier naast Nelly bij den haard te praten; tegen haar over zat Army op zijn gemak in een grooten stoel; hij was in diep gepeins verzonken, en luisterde slechts nu en dan, wanneer een der beide meisjes hem met een hartelijken lach uit zijne mijmering wekte.
"Een vreemd heer, ik ken hem niet," antwoordde tante; daarop zette zij plotseling haar kopje neer, schoof haar bril iets lager en zag daarover heen naar den weg aan de overzij van het water. "Heilige God," zeide zij, "was dat Sanna niet, Nelly, die daar onder de boomen liep? Zij is nu achter die elze- en wilgeboomen ik heb haar in langen tijd niet gezien, maar het scheen mij haar gang toe.
Met bevende handen ontstak Nelly de lamp; haar helder licht bescheen Army's bleeke trekken; hij stond nog op dezelfde plaats en staarde somber voor zich uit. "Army, mijn lieve Army!" fluisterde zijne zuster, en sloeg snikkend hare armen om hem heen. Hij streek haar gedachtenloos over het haar. "Daar is grootmama!" riep zij toen en liep de oude dame tegemoet.
"Wees gerust, Nelly," troostte tante haar nu, en sloot het weenende meisje in hare armen. "Uw broeder is het niet; dan zoude zij daar niet zoo rustig staan ga gauw naar huis en wees getroost! Hij is het niet." "Och, tante!" snikte zij, "ik kan van angst niet op mijn beenen staan."
Nauwelijks een uur later stond de oude Sanna boven aan een der ramen, om den vertrekkenden Army na te zien. Hij had afscheid genomen van zijn weenende moeder; nu ging hij juist over het slotplein, en Nelly ging naast hem in een eenvoudig manteltje gewikkeld; zij had er niet van willen afzien, tot de laatste minuut bij haar broeder te blijven.
Zij kwam bijna dagelijks in het slot, en haar vroolijk gekeuvel, haar vriendelijke verschijning bracht uren van zonneschijn in die stille, hooge vertrekken; Nelly vergat dan voor een poos hare droefheid, om zich trouwens later dubbel ellendig te gevoelen. Hoe goed heeft zij het! dacht zij, wanneer hare vriendin zoo vlug door de nu geheel ontbladerde lindenlaan, naar huis ging.
"Mijn beste jongen," zeide de moeder teeder, en omhelsde hem. "Army, lieve Army," vleide Nelly, "maar zeg, waar is Blanka?" Hij stond bij den haard, nog met mantel en muts, en het flauwe schijnsel van het uitgaande vuur was niet voldoende om zijne gelaatstrekken te onderscheiden. "Army," vroeg nu ook zijne moeder, "waar is uwe bruid?" "Ik heb geene bruid meer." Zijne stem stokte van smart.
"Ik ben zoo bang," sprak zij huiverend, en liet zich in den stoel vallen, dien Nelly zooeven verlaten had. Army ijlde naar haar toe; hij zag haar bleek gelaat en vatte hare koude, kleine hand. "Ik zou om niets ter wereld altijd hier willen wonen!" vervolgde zij, en stampte met haar klein voetje heftig op den grond. "Waar wilt gij dan wonen, mijn kind?" vroeg de oude barones verwonderd.
"Ik heb reeds inkoopen gedaan, mama; voor Nelly een wit kleed, en voor mij een zwart zijden." "Slechtste kwaliteit, dunne taf, paardrijders zijde, zooals men dat noemt, ik ken dat," antwoordde de dame spotachtig. "Genoeg, het blijft er bij; ik koop, wat ik oordeel dat noodig is " "Maar, mama!" "Gij zult zeker vragen, waar komt het geld vandaan?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek