Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Hij vertelde mij niet anders dan dat hij, mij op een morgen op den boulevard Montparnasse gevonden hebbende, mij mede had genomen. 't Was een oud-geneesheer, die geen praktijk meer uitoefende. Toen ik hem bedankte, antwoordde hij mij dat mijn toestand hem belangwekkend was voorgekomen en dat hij mij met geen ander doel had meegenomen, dan om mijn ziekte te bestudeeren.

"Wees voorzichtig, ge zult u snijden!" antwoordde Montparnasse. Thénardier hernam op dien beslissenden, hem eigenaardigen toon: "Maak dat ge weg komt, meisje, en laat de lieden hun zaken verrichten." Eponine liet de hand van Montparnasse los, welke zij weder gevat had, en zeide: "Ge wilt dan dit huis binnengaan?" "Even!" zei de buikspreker met een grijnslach.

"Hij is nog heel kinderachtig," dacht Gavroche. En in gedachte mompelde hij: "Om 't even; zoo ik kleinen had, zou ik ze beter bewaren." Toen zij hun brood bijna op hadden, kwamen zij aan den hoek der zoo treurige straat des Ballets, aan welker einde men de lage sombere poort der gevangenis la Force ziet. "He! zijt gij 't, Gavroche?" zei iemand. ", zijt gij 't, Montparnasse?" hernam Gavroche.

Hij had een roos in den mond. Gavroche kende deze tweede gestalte zeer goed; 't was Montparnasse. Van de andere had hij niets kunnen zeggen, dan dat 't een eenvoudig oud man was. Gavroche legde zich dadelijk op de loer. De eene dezer twee wandelaars had duidelijk bedoelingen jegens den anderen. Gavroche was goed geplaatst om te zien wat er gebeuren zou.

Gueulemer nam Gavroche bij den arm, zette hem op het dak der loods, welks vermolmde planken onder het gewicht van den knaap bogen, en gaf hem het touw, dat Brujon in de afwezigheid van Montparnasse aaneen had geknoopt. De straatjongen naderde de pijp, waarin hij gemakkelijk door een breede scheur dicht bij het dak komen kon.

Op 't hooren van dien kreet, was hij plotseling ontwaakt, uit zijn "bedstede" gekropen, door het traliewerk een weinig weg te schuiven, dat hij daarna weder zorgvuldig gesloten had; vervolgens had hij het luik geopend en was naar beneden gegleden. De man en de knaap herkenden elkander zwijgend in den nacht; Montparnasse zeide niets anders dan: "Wij hebben u noodig. Kom ons een handje helpen."

Montparnasse verzette zich nog slechts flauw. De vier mannen hadden werkelijk met die trouw der bandieten, waarmede zij elkander steeds bijstaan, den ganschen nacht om de gevangenis gezworven, hoe gevaarlijk dit ook voor hen zijn mocht, in de hoop van Thénardier op een of anderen muur te zien verschijnen.

Een oude schoorsteenpijp, die voor een kachel had gediend, welke vroeger in de loods werd gestookt, liep langs den muur, schier tot de plaats, waar men Thénardier zag. Deze, destijds zeer beschadigde en gebersten pijp is sinds weggemaakt; men ziet er echter nog de sporen van. Zij was tamelijk nauw. "Men kan daar doorklimmen," zei Montparnasse. "Door die pijp?" riep Babet.

Aan deze woorden, in zuiver Fransch gesproken, herkende Thénardier Montparnasse, die er zijn eer in stelde allerlei soort van dieventaal te verstaan, maar ze niet te spreken. De vierde zweeg, maar zijn breede schouders verrieden hem. Thénardier behoefde niet te twijfelen. 't Was Gueulemer. Brujon antwoordde schier driftig, doch altijd zacht: "Wat zegt ge?

Hij richtte zich op, en Gavroche hoorde hem tot Montparnasse zeggen: "Sta op!" Montparnasse stond op, maar de oude man hield hem vast. Montparnasse had de vernederende, maar woedende houding van een wolf, die door een schaap was gebeten. Gavroche tuurde en luisterde, en deed moeite om zijn gezicht door zijn gehoor te versterken. Hij had een ongelooflijken schik.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek