Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Geeft mij van uwe wol, dat ik er mij een mantel van make. Ik ben Geus! Leve de Geus! De groote predikant antwoordde: Geus, gij draagt uwen kam te hoog; wij zullen hem kappen. Kappen! sprak Uilenspiegel; ik zeg u, dat Stalen Wind u, vóór den prins, zal omverblazen. Geus ben ik, leve de Geus! De drie onthutste predikanten spraken: Hoe weet hij dat? Wij zijn verraden. Ter dood! Leve de misse!

Den volgenden ochtend vroeg ging hij ter misse, hij reed uit. Weder volgden hem vele ridders, doch nergens zagen zij Ferguut. De heeren van de tafelronde zeiden tegen elkander, dat ze zich schaamden, daar een vreemde ridder hen had overwonnen. Ieder sprak: "Als ik hem ontmoet, heden, die gisteren zoo goed streed, ik zal hem overwinnen." De wapenkoningen trommelden.

En terwijl de paap over der doode ridders zielen de misse zong, diende hem Gawein als zijn koorknaap, gewillig en nederig en vroom, terwijl de jonkvrouw in gebed bleef verzonken.

Daar zijn specerijen, juweelen, kostbaarheden, suiker, muskaatnoten, kruidnagelen, gember, realen, dukaten, schoone, blinkende gouden lammeren. Daar zijn meer dan vijfhonderd duizend geldstukken. De Spanjool betaalt de kosten des oorlogs. Laat ons drinken! Zingen wij de misse der Geuzen, dat is het gevecht! En Uilenspiegel en Lamme liepen overal rond lijk leeuwen.

Toen hij geëindigd had, deden hem de Gecommitteerden eenige vragen betreffende de Arminiaansche ballingen, als b. v. of Uyttenbogaert ter misse ging, of hij kennis met de Jezuïeten hield, of hij raadsman van Pekkius was, of De Groot dikwijls bij Velasco aan huis kwam, en dergelijke meer: de meeste dezer beantwoordde Joan ontkennend: op sommige verklaarde hij niet te kunnen antwoorden.

Laas! zegde zij, spreek daarvan aan anderen niet. Maar gij zult hem niet zien. Ik zal hem spreken, zei Uilenspiegel. Als gij dát kunt, betaal ik U honderd florijnen. Ik heb ze gewonnen! sprak Uilenspiegel. Hoewel zijne beenen vermoeid waren, doorliep hij 's anderen daags de stad en vernam hij, dat de paus dien dag de misse zou lezen in de kerk van San Giovanni in Laterano.

Toen de misse eenigszins gevorderd was en graaf Karel met luider stemme den pater opzeide, verliet Tancmar Van Straten het gestoelte, haalde eene zijden beurs uit zijne tasch en legde, volgens de dagelijksche gewoonte, eene handvol deniers op het rustbord van 's vorsten knielbank.

Vele geloovigen, poorters uit de naburige straten, of arme menschen, waartusschen ook eenige vrouwen, traden onder de donkere poort der kerk en beklommen langzaam den steenen trap, om in 's graven kapelle de misse te gaan hooren.

Ik strekte mijn hand uit om wijwater te nemen, ik boog mijn knieën, toen ik voorbij het hoogaltaar ging en ik luisterde naar het klokje, dat geluid wordt, als pater Rossi ter misse gaat. "Donna Elisa, er was geen wijwater, geen altaar, geen klokgelui, niets, niets was er." "Och, arme!" zei donna Elisa. "Toen hoorde ik gehamer en geklop in een venster.

Het meisje bezag hem met een onderzoekenden blik en antwoordde: Van waar komt al die liefde in eens? Wat doet gij? Zijt gij een bedelaar, of zijt gij rijk? Bedelaar ben ik, sprak hij, en rijk al te gader, als gij mij toehoort, liefste. Zij antwoordde: Dat is 't niet wat ik wil weten. Gaat gij naar de misse? Zijt gij goed Christene?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek