United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wat heb ik gezeid!? wát!" valt Careltje uit: "Zie je wel dat ie niet ziek was! De meid van Sturk die den dokter om twee uur ging halen wou het liegen heeten; maar d'r was licht op 't kantoor! Menheer Kippelaan had het van Hent den klepperman zelf gehoord; en ik zeg: d'r brandt geen licht om twee uur op 'en kantoor of d'r moet iemand óp zijn!"

Hendrik opent de deur en zegt op den drempel: "Menheer, mevrouw Helmond vraagt of dokter beneden wil komen? Mevrouw was klaar om te vertrekken en kon niet langer wachten." "Zeg aan mijn vrouw of zij nog even...." "Heeft mevrouw Mansburg je niet gezegd dat ik ongestoord wilde blijven?" "Jawel generaal." "En tóch durf je hierkomen!" "Mevrouw Helmond gelastte me generaal."

"Goeie morgen, menheer!" antwoordt de Dolle, met een schuin en toegenepen oog: "heb je zóó allang zitten wachten?" De heer met de jeune france slaat een oog op het span. "Moeten zij het doen, Gerritje?" "Ja menheer! ze verlangen as harten." "Ze zien der niet florissant uit, Gerrit!" "Mot ook niet, menheer! maar het bennen bazen van binnen."

Maar ja wel! zou gou as ie amen gezeid had, zel ik maar zeggen, daar begonnen ze allemaal me te filiciteeren en te doen, dat het een aard had; en die Kierewier was ook al klaar met een pampier, dat ie me in men hand duwde; en mijn menheer dee maar niets as hoesten; nou was ie vol op de borst; en eer ik wat zeggen kon, daar tastte menheer Van Zuchter na zoo'n groote tafelschel; ik weet niet dat ik me leven zoo'n tafelschel meer gezien heb; het leek wel zoo'n klok; en toen luien wat ben je me!

We gaan!" riep Pallieter tot Charlot, die nog met haren laatsten heilige uit het huis kwam geloopen. Charlot bleef getroffen staan, het scheidingsuur verraste haar, zij bezag eens heure vriendinnen de begijnen, de kwezels en menheer pastoor, en toen schoot ze in een luiden schreeuw, en de tranen liepen over haar kaken.

Zij heetten menheer en juffrouw Skinner, en de heer Bensington interviewde hen in een klein vertrek mat hermetisch gesloten vensters, een verweerden spiegel boven den schoorsteenmantel en een paar kwijnende calceolaria's.

"Laat menheer je afschaften; laat ie je op straat sturen; maar geen schippersknecht, as je tweeëntwintig jaar knecht bij een heerschap bent geweest." En met eenparigheid van stemmen werd besloten dat het niet gebeuren zou. Wat er gebeurde, mag Kees op zijn eigen manier vertellen, zoo als hij het meer dan eens gedaan heeft, met de hand aan de roerpen.

De schenker beschouwt den gast een oogenblik met meer opmerkzaamheid, en valt dan uit: "Sakkerloot, neem me niet kwalijk menheer, heb ik 't plezier dokter Helmond uit Romphuizen te zien? Ik kende u warempel zoo gauw niet." Helmond is op het oogenblik dat Piet hem zoo aanzag en zijn naam noemde, angstig een schrede achteruitgegaan.... O God! Als men hem herkende. Maar hoor, hoor Goddank!

U weet waarschijnlijk menheer Donerie, dat ik morgen, als alles wèl gaat, in Hymens bootje zal stappen." Mijnheer Donerie wist het.

De deur der achterkamer wordt nu door den bezoeker geopend, en Helmond treedt het slaapvertrek van Donerie binnen. "Bent u ziek menheer Donerie?" zegt Helmond met belangstelling: "Ik had er niets van gehoord."