Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


Uw moeder? Mijn moeder zal van mij erven. En gij Rémi? "Rémi geeft aan Mattia Capi en zijn harp; hij groet Alexis en verzoekt hem om naar Lize te gaan, en wanneer hij haar zijn groeten overbrengt, haar tevens een gedroogde roos te geven; die hij in zijn jaszak bewaart. Wij zullen allen onze handteekening eronder zetten." Ik zet een kruis, sprak Pagès.

Mattia, die erg verlangde om eens eene gevangenis te zien, ging met mij mede; bovendien stelde ik er prijs op, dat hij den man zou leeren kennen, die twee jaar lang zulk een goed vader voor mij geweest was. Ik kende thans het middel om in de gevangenis van Clichy te worden toegelaten en wij bleven nu niet zoolang voor de groote poort wachten, als toen ik de eerste maal Acquin wilde bezoeken.

Toen ik mezelven die vraag deed, kwam Mattia voor mij staan en zeide, terwijl hij zijn hoofd voor mij boog: Geef me maar een geducht pak slaag; sla nu maar goed raak; je kunt me niet zwaar genoeg straffen voor mijn domheid. Je hebt een domme streek begaan en ik heb ze toegelaten; ik ben even dom geweest als jij.

Hij noch zij maakte eenige opmerking over onze lange wandeling; eerst na het avondeten zeide mijn vader, dat hij een woord met ons beiden, Mattia en mij, wilde spreken en hij liet ons bij den grooten schoorsteen komen, waarop de oude man begon te brommen, daar hij blijkbaar aan zijne plaats bij den haard gehecht was.

Wat Mattia en mij betreft, mijn vader wilde zelf ons in een gedeelte der stad brengen, waar wij kans hadden goede zaken te doen, en wij doorkruisten heel Londen om in eene wijk te komen, waar fraaie huizen stonden met groote deuren, en straten met tuinen voor de gebouwen.

Dit was zóó waar, dat, gedurende zijn korte uitstapjes met Capi, hij in de gelegenheid was geweest twintig francs bij elkaar te zamelen, wat voor ons een belangrijke som was. Honderd dertig francs hadden wij in kas en de twintig, welke Mattia erbij verdiend had, maakten een totaal van honderd vijftig francs; dus slechts weinig francs ontbraken ons om de koe te koopen.

Luister, Mattia, begrijp mij goed, en maak mij niet ongelukkiger dan ik ben. Als wij te Parijs Garofoli hadden ontmoet en deze had u weer bij zich genomen, dan zoudt gij niet gewild hebben, dat ik bij u bleef, nietwaar? en wat ik thans tot u zeg, zoudt gij dan tot mij gezegd hebben. Hij gaf geen antwoord. Is het waar of niet?

Hoe jammer dat wij onzen intocht niet kunnen maken met muziek, dat zou eerst aardig zijn! Mattia, geen gekheid! Wees maar niet bang; ik heb geen plan om dezelfde domheid nog eens te doen; maar dat is toch zeker, als die vrouw veel van muziek houdt, zou eene fanfare hier recht op zijn pas wezen.

Maar ik was zoo ontroerd; ik had de koorts van verlangen, en elk oogenblik keek ik op mijn horloge. Is dit geen mooi land? vroeg ik aan Mattia. Tenminste de boomen beletten het uitzicht niet. Als wij de helling van den berg afdalen naar Chavanon, zult gij eene menigte boomen zien en mooie ook: eiken en kastanjeboomen. Met kastanjes er aan? Dat beloof ik je!

Liefde is meer dan rijkdom en aan rijkdom had ik geen behoefte, maar wel aan liefde. Terwijl ik naar het verhaal van mijn vader luisterde en slechts ooren en oogen had voor hem, had men de tafels gedekt: borden met blauwe bloemen, en op een tinnen schotel een groot stuk gebraden ossenvleesch met aardappelen er omheen. Hebt ge honger, jongens? vroeg mijn vader aan Mattia en mij.

Anderen Op Zoek