Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
»Wij behoeven ons nergens op te houden, doch kunnen rechtstreeks naar het huis van Petinggi Datoek gaan," zei Marti. »Is dit het pad?" vroeg Kees naar de andere zijde van de ladang wijzende. »Aoe," zei de man, tot wiens opluchting Kees en Marti weldra weer hun klimpartij over de boomstammen hervatten en spoedig daarna in het bosch waren verdwenen.
Marti en Amat onderhielden zich met de Dajaks, die hun allerlei verhalen van den Goenoeng Lawit opdischten. Tegen het vallen van den avond keek Kees eens uit naar een geschikte plek om te overnachten. De gids vertelde, dat iets verder een paar zandige heuvels waren. Daar zou men goed kunnen kampeeren.
»Hij kan daar wel eerder dan wij langs gekomen zijn," meende Kees. »Dan heeft hij het land der Kenjaoe's al lang verlaten, heer! en dan komen wij te laat." »Zwijg Marti! beneem mij niet mijn laatste hoop." Zonder een woord te spreken reisde men verder. Dien avond bereikte men een plek, waar blijkbaar twee mannen hadden gekookt en geslapen.
Hij borg de diamanten gauw in het zakje en stopte dit veilig tusschen zijn kleeren. Nu gingen de beide mannen naar de Kenjaoe's, die hen nieuwsgierig aanstaarden. »Het was Amat, de Maleier, die hier gestorven is," zei Kees. »De Sibaoe heeft hem gesneld en is toen teruggekeerd," vulde Marti aan. »Alle Sibaoe's zijn verraders!" zeiden de Kenjaoe's met wraakzuchtige blikken op den gevangene.
Huiverend van afschuw wendde hij zich af. Zonder een woord te spreken, verliet hij deze plaats. De Dajak stond verstomd over de eigenaardige manieren van de blanke menschen. Als Kees zijn rechtmatig eigendom dan niet op prijs stelde, dan zou hij het maar behouden. Marti deed niet mede aan het bloedig bedrijf. Toch versierde hij zijn parang met eenige haarlokken.
»Je bent er zeker niet geheel van overtuigd, dat je amuletten afdoende werken," lachte Kees. »Misschien, heer!" zei de Maleier droogjes. Daarna legde hij zich ter ruste. Kees was alleen, tot zijn wachttijd om was en Marti hem weer afloste. De nacht ging zonder eenige stoornis voorbij, waardoor het vertrouwen in de Sibaoe's wat beter werd.
Een oogenblik later kwam Marti met een bedrukt gezicht naar hem toe en zei: »Heer, al onze rijst is nat geworden. Morgen zal alles bedorven zijn. Het beste is, dat ik voor morgen ook maar kook. Dan hebben we dien dag ten minste eten. Maar hoe het dan verder moet, weet ik niet." »Dan moeten we maar weer een paar dagen honger lijden. Ik hoop echter, dat we spoedig menschen zullen ontmoeten."
Dan wist hij, waaraan hij zich te houden had! Dan kon hij handelen! Op een gegeven oogenblik constateerde Marti, dat de oevers weer wat hooger werden. Kees zag, dat het lage land blijkbaar overging in heuvelland. De oevers waren niet meer overstroomd, doch staken duidelijk boven het water uit. Scherp teekende de rivier zich af.
Misschien kan ik er hem toe krijgen, die Sibaoe's te lijf te gaan." Marti keek verschrikt op en zei: »Laat ons liever een middel bedenken, om uit dit vervloekte land weg te komen, heer. Waarom u nu weer in nieuwe avonturen te begeven! Vindt u het dan nòg niet genoeg?" »Ik kan die ellende hier niet langer aanzien, Marti. Vrouwen en kinderen sterven weg als ratten en muizen.
Nadat ze ongeveer een uur hadden geloopen, hield Marti even stil en zei: »Ik hoor een haan kraaien; we zijn dicht bij een huis." Misschien vinden we daar wel Dajaks," meende Kees. Dit vermoeden bleek waarheid. Weldra stonden ze aan den rand van het bosch en zagen een uitgestrekte ladang voor zich. Het was een groot veld, kris-kras bedekt met omgehakte boomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek