Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
De oudste vrouw, Machteld, was de dienstmaagd der jonkvrouwen die, naar hare kleeding en manieren te oordeelen, tot eene zeer hooggeplaatste familie behoorden.
Gelieft het u mij nog enige bevelen te geven?" Deze vraag had de jonge Machteld ten doel. De Chatillon wist wel dat de Jonkvrouw de gramschap der Koningin op zich gehaald had, en kon derhalve wel gissen dat zij niet ongestraft mocht blijven.
De Kerels stonden tegen haar op en er volgde een oorlog, welke Lambertus Ardensis dus in zijne kroniek verhaalt: "daarom vergaderde Machteld een groot leger, waarmede zij het land van Veurne en Brouckburg en het volk aldaar meende te verwoesten en te verdelgen.
Machteld minde hem niet en hij, wiens ziel geen ander gevoel dan liefde tot haar voeden kon, hij mocht niet spreken... "Ja," morde hij in zichzelf, "ten tijde dat Gwyde nog Graaf van Vlaanderen was, had ik het wel durven wagen haar mijn liefde te betonen, alhoewel ik haar onwaardig ben. Maar nu nu haar Vader geen kroon meer draagt, zou die uitdrukking haar als een kleinachting voorkomen.
Zeggen de jagingen uwes harten niet welke dierbare hand ..." Eer hij deze spreuk kon eindigen, sprong Machteld met hijgende boezem en als uitzinnig naar het schrift, en rukte het uit zijn handen. Een ongemeen vuur had haar wangen met rood gekleurd, en tranen van blijdschap barstten uit haar ogen.
Langzaam daalde de nacht over de aarde; de wind stak op en groote regendruppels vielen uit de voorbijdrijvende wolken.... Geene enkele lichtende ster blonk aan het uitspansel en onheilspellend floot de nachtvogel in het bosch. Gravin Machteld dacht aan haren vader, aan hare vrienden in het verre slot. Wat zouden zij om harentwille ongerust zijn!
Dit bloedje heeft geen maag of vrind; Ik ben niet rijk, maar geef mij 't kind, Vijf spruiten schonk mijn Machteld mij, Daar kan een zesde bij«! Het gelaat van de ter dood veroordeelde moeder wordt door een laatsten vreugdeblos overtogen.
Overigens is de toon van het werk, dat wel eens een epos wordt genoemd, zoet en kalm: "In den namiddag verliet Machteld de stad met alle hare dienaren en vrouwen: dit vertrek gaf aan vele anderen het gedacht, dat zij in Kortryk veiliger zouden kunnen woonen. Met een werd alles door haer ingepakt, en de deuren gesloten hebbende, gingen zy met hare kinderen ter Gendpoort uit.
"Op de zaal tegen de straat," riep de dienstbode. De ridder vloog op de trappen en stiet de deur der zaal met onstuimigheid open. "O Edelvrouw! Machteld!" riep hij. "Droog uw tranen. Laat de zuiverste vreugd uw hart vervullen! Onze rampen zijn gedaan!"
Vóór 1316 was derhalve dit gerucht aangaande de schennis eener adellijke dame, niet juist MACHTELD VAN VELZEN, als reden tot den moord reeds verbreid. Heeft VELTHEM dit gerucht leeren kennen uit het Dietsche lied of langs anderen weg? Tot het geven van een afdoend antwoord op die vragen zijn wij niet in staat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek