Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Het regende niet meer en bij wijlen kwam de bleeke maan van achter de wolken kijken. De mannen naderden en, vol vrees, verborg zich het herderinnetje, aan den oever der beek. «Hier aan deze beek, heb ik gravin Machteld voor het laatst gezien» sprak de aanvoerder. «In de vlakte is zij niet» antwoordde eene stem, «zij moet de mastbosschen zijn ingetreden.
Allen behoorden tot de grootste familiën van het land en waren door den heer van het slot ter jacht genoodigd. Vooraan, op een forsch paard gezeten, reed Boudewijn, de edele graaf van Vlaanderen en achter hem, op eene witte hakkenei , verscheen Machteld, zijne dochter, een der rijkste edelvrouwen van het land.
Bovendien, wij zijn wandelaars en moeten weer verder voort: wij zullen dus het gezelschap vaarwel zeggen, terwijl ik u alleen, bij wijze van toegift, nog vertellen wil, wat het gevolg was van den indruk door de verschijning van de gelauwerde Machteld op Huyghens gemaakt.
"Het zou mij zo verblijden, Mijnheer Adolf. Nu geloof ik uw woorden niet: gij berooft mij van de vreugde welke ik moest smaken. Zeg het mij toch." "Ik bid u om verschoning, Edelvrouw, ik kan het niet doen." De nieuwsgierigheid van Machteld groeide meer en meer bij de woorden van de ridder; zij vroeg hem nog meermalen naar het geheim, doch alles was vruchteloos.
Zo gelijkelijk gevederd, zo sterke zwing, zo geel geschubde klauw! Weegt hij ook zwaar op de vuist?" "Ho ja! Zeer zwaar, Mijnheer," antwoordde Machteld, "en alhoewel hij alleenlijk tot de lage vlucht is afgericht zou hij ook wel reigers en kranen in de lucht najagen." "Het schijnt mij," bemerkte De Valois, "dat uw Edelheid hem te veel in vlees laat groeien.
"Nog meer weet ik, Mijnheer, gij hebt Machteld zo geheimlijk niet in uw woning kunnen brengen dat Deconinck het niet geweten heeft, en zij zou dezelve zonder mijn kennis niet verlaten hebben. Stel u echter gerust; want ik mag UEdele verzekeren dat weinig personen in Brugge dit geheim met mij bewust zijn." "Gij zijt wonderlijk, meester.
Een maagdelijke schaamte kleurde het voorhoofd van Machteld met een vurig rood, en haar opgeheven armen daalden langzaam nevens haar lichaam. De pijn, die Adolf beving, is niet uit te drukken.
"Is de wonde niet dodelijk?" "Jawel, dodelijk en niet dodelijk: de natuur is de beste heelmeester; zij wrocht dikwijls hetgeen kruiden noch gesteenten doen kunnen . Ik heb op zijn borst een doorn van de waarachtige Kroon gelegd, dit heilig overblijfsel zal ons helpen." Gedurende deze samenspraak was Machteld allengskens bij de zieke genaderd.
Derhalve waren de tweegevechten dagelijkse bezigheden en men gaf op dezelve weinig acht. Gwyde stond op en sprak "Daar hoor ik de brug vallen. Zeker zijn mijn Leenmannen reeds daar. Kom, wij gaan in de grote zaal." Zij gingen uit het vertrek en lieten de jonge Machteld alleen.
Terzelfder tijd kwam Machteld uit de stoet en plaatste zich voor de geknielde Dekens; zij nam beurtelings de twee wapenschilden uit de armen der knapen en hing dezelve aan de hals der twee veredelde Burgers.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek