United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hare tante durfde zij niet onder de oogen komen en Frits evenmin en toen Cécile, Loulou en Cato haar met spottende gezichten voorbij gingen en ze Cato hoorde zeggen: "Dat laffe kindje moest maar naar bed gaan, dunkt me," trok zij zich angstig terug in een stil hoekje achter een paar hooge dennestruiken, waar toevallig een stoel stond.

Later zocht hij nog eens of hij Elsje ook ergens in een verborgen hoekje zag zitten, maar toen al zijn pogingen vruchteloos bleven, gaf hij het op en kwam tot de overtuiging dat zij zich werkelijk voor goed op haar kamer had teruggetrokken. Cécile was blij dat Elsje "zoo verstandig" geweest was naar bed te gaan en Loulou en Cato waren het geheel met haar eens.

Kon ze er tenminste nog iets op neerzetten! Ze dacht toen aan den pagegaai. Dat voegde niet, wierpen de buurvrouwen tegen. Maar de pastoor gaf toch wel toestemming. Ze was daar zoo gelukkig mee, dat ze hem vroeg Loulou van haar te willen aannemen na haar dood, Loulou haar eenigen rijkdom. Van Dinsdag tot Zaterdag vóór Sacramentsdag hoestte ze veel meer.

Nu en dan was Félicité met schimmen aan 't praten. De drie buurvrouwen gingen heen. Vrouw Simon dronk koffie. Een oogenblik later nam ze Loulou, en hem Félicité voorhoudend: "Kom! zeg hem vaarwel!" De wormen knaagden aan hem, al was hij dan ook opgezet, een van zijn vleugels hing gebroken, het vulsel puilde hem uit den buik.

"Wij willen wel mee. Is het niet, Loulou?" zei Cécile. "Dolgraag." "En jij, Elsje?" vroeg Frits. "Ja, ik vind het heel prettig." "Een eind den straatweg op maar, dunkt me, he?" zei Frits, toen de meisjes en hij buiten stonden. "Daar zal het 't droogst zijn." "O ja," zei Cilly. "Kom Lou, dan gaan wij maar samen vooruit; ik moet je nog even wat zeggen."

Het besluit was gauw genomen, maar hoe zou ze het ten uitvoer brengen? Dat ging veel gemakkelijker dan ze had durven hopen. Op zekeren ochtend was mevrouw d'Ablong uitgegaan om een arm gezin te bezoeken, Miss Piper lag met hoofdpijn te bed en Cécile was den geheelen dag bij Loulou van Rensen om haar te helpen met het nummeren van voorwerpen voor een bazaar.

Maar je kent haar toch heel goed! Zij logeert ook een poosje bij mij. Kom, ga maar gauw mee." "O ja, nu zie ik het; het is Loulou van Rensen," zei Elsje, nu juist niet op verheugden toon. "Dag Elsje, welkom hier," zei Loulou vriendelijk, zoodra ze haar zag. "Vindt je het niet verbazend prettig om voor goed van kostschool af te zijn? Wat zie je er goed uit, zeker ook van blijdschap, he?"

Maar ik houd vol dat je meer van Elsje zult kunnen gaan houden, als je dat wilt wezenlijk wilt en dat jij kunt maken, dat ze zich hier in huis meer op haar gemak gevoelt en beter over weg kan met jouw kennissen." "Maar mama, hoe kunt u het zeggen! Loulou en Cato vinden juist dat ik er mij bizonder goed onder houd dat Elsje hier moet wonen.

Enfin, 't is voor ons 'n kleinigheid.... de stakkers, die zoo'n lucht altijd bij zich hebben," en gauw zich tot Lou wendend: "Och, Loulou, als je eerst al die kopjes afwascht, en dat telkens weer, zullen ze bijna niets binnen krijgen. Denk-je, dat 't hinderen zal, als ze ze van elkaar gebruiken?" "Ik weet niet; de medicæ..."

Het zolderkamertje te moeten verlaten, waar die arme Loulou zoo'n goed plaatsje had, dit was wel haar grootste verdriet. Met een angstigen blik op haar vogel, bad ze of de Heilige Geest hem wilde beschermen, en zóó vernevelden haar zinnen, dat ze langzamerhand de afgodische gewoonte aannam, haar gebeden te prevelen neergeknield voor den papegaai.