Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Hij loech als Vinie met zijne boodschap voor den dag kwam: Boer 'k brenge u hier een kerel die wenscht uwen stal te zien en een veulen wil koopen als ge hebbelijk zijt. Maar de boer en had geen oogen genoeg voor den zwarten hengst die glimmend bleusde van 't loopen en zoo zwierig forsch met de pooten kapte en hoog den kop droeg en den steert.

En daar hebben we samen leutig zitten praten en oogjes geknipt, en de bruine was vriendelijk en de blonde nog vriendelijker, loech André, en z' hebben gevraagd wat we meenden van onzen rit van Zondag en wanneer we 't zouden hergaan.

Treite loech of luisterde niet als hij uitkeek naar iets dat elders roerde of aankwam; hij wachtte lijk altijd, naar entwat dat gebeuren zou waar hij een kansje zou vinden om een stuiver of een borrel te verdienen.

Ernstig gesproken, meende Odo, dat belangt ons, waar wonen ze nu eigenlijk die fleurige rozen? De eerste straatjongen de beste zou ze u wijzen; den Zondag in de kerk zijn al de aanzichten op boer Meulenhofs twee dochters gekeerd; en naar 't geen er van bezoekers, ver en bij, daar op 't hof komt, moet het wel de moeite weerd zijn. Ge doet me verlangen, loech Odo.

Ge moest me toch dat meerselke gelaten hebben, bachten mijn huis! loech Verlinde. Als u dat nu bezonder plezier kan doen, 't ware geern gegeven, zei Vanhoutte, zonder zich om te keeren of uit te scheiden van zijne bezigheid. Zeker kerel, 'k moet nu alle dagen een half uur ver om mijne klaver rijden! Is 't gedaan? 't Is gedaan. Ehwel, goed dan: vrienden lijk voren en na! Lijk voren en na!

Hij is gefopt, de slimmerik en ziet er niets aan en hij zal onze koe komen halen! Hij viel op eenen stoel om uit te hoesten en Doka ook grijnsmonkelde welgezind. O, 't is eene schoone koe, zei hij, ze bevalt hem ... ze moet binnen de naaste mane kalven! loech Ghielen. Zal hij terugkeeren? Maar zeker zal hij, zoo zeker als Evangelie.

Vinie sprong toe maar Odo even kalm, liet zich voorover wegen en dwong het peerd beneden. Het wendde den kop, speelde met de ooren en zocht met de pooten een uitweg om van onder den dwang te geraken. 'k Ben gereed, Vinie! loech de ruiter, preusch over zijne handigheid, we kunnen rijden.

Onder de sneeuw door waren versche krachten opgestaan, waarvoor hij uit den weg moest; uit de lucht waren zijn vijanden gekomen, met aan 't hoofd de jonge zon. En zij beglansde hem, loech er stekend op en door, en hij smolt, de goede sneeuw, en lekte en drupte in zingend, stralend water dood. Zoet muziek van blinkende perelen, overal!

't Is gemeend, we zijn onbekend en niemand bij ons en spreekt van 't Meulenhof, niet meer als van gelijk welk ander. Zonder dat zouden we zoo lang niet gewacht hebben dien boer een bezoek te brengen. Als 't alzoo is, loech de baas, ge zult er mij weten van te vertellen: op heel de streek en vindt ge de weergade niet!

o Gij dikke, weltevreden, welgezinde snaartrompet, nooit en zag ik of en hoorde ik uwe vlerken, net lijk twee glazen ruitjes, daverende' 't zij late of vroeg, of 't was helder zomerweder, en de zonne loech!

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek