Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


En ik zeg u: zoo zeker als zij lompenmolenaars Lisette was, zoo zeker is dáár boven geen plaats voor dergelijken." "Hoogmoed steekt altijd den staart buiten 't nest," antwoordde tante Marie minachtend; "ons geslacht is Goddank te braaf en te goed en past niet in zulk een zondige huishouding, als het toen daar boven was.

Daar kwam een meisje aan langs het molenpad; eerst herkenden wij haar niet, want haar nieuwe roode rok met zwarte streepen verblindde ons de oogen; eindelijk zei Lisette: "dat is immers de wilde Francis, wat moet die hier?" Ja, zij was het, en zij kwam regelrecht naar ons toehuppelen op haar sierlijke voetjes, die in kleine, lage schoenen met kruisbanden en sneeuwwitte kousen staken.

Zij ontstelde, toen zij dezen naam zoo onnadenkend uitsprak, en zag beschroomd naar de oude dame, die nog altijd aan het raam stond, en zich nu ook opeens omkeerde, als had haar een adder gebeten. "Lisette?" herhaalde zij. "Op dien naam behoeft gij u niet zoo trotsch te beroemen; die Lisette was een lichtzinnig schepsel, dat hare ouders veel verdriet heeft aangedaan "

Gij behoeft u voor mij niet te schamen; wij zijn immers te zamen als lidmaten bevestigd of zijt gij misschien trotsch geworden?" "Neen," antwoordde Lisette, "ik ben niet trotsch, maar gij komt hier nooit zonder bedoeling zeg mij dus wat gij wilt!"

Lisette was zwaar ziek geworden; de dokter gaf alle hoop op; dag en nacht zat ik aan haar bed te luisteren naar de angstige fantasieën, waarin zij zich zoo gemoedelijk met den geliefde onderhield, dat mij het hart bijna brak van smart en weemoed; hare moeder vernam eerst door het koortsachtige ijlen het geluk en de smart van haar kind ik moest haar alles vertellen.

Baron Frits lag als huzaren-officier in een naburig stadje in garnizoen; hij kwam dikwijls over en tegen den tijd, dat hij komen moest, stond Lisette boven in haar kamertje aan het raam, en zag naar den toren aan den overkant, en dan brandde daar al spoedig een licht ten teeken dat hij kwam. Dan juichte zij van blijdschap, sloeg de handen samen en ging hem een eind in het bosch tegemoet.

Zoo zat zij dezen avond weder in het kamertje der schoone Lisette, en voor haar geest mengden zich het verleden en heden dooreen; het was haar, alsof zij weder het frissche, jonge meisje was, en de slanke gestalte harer vriendin daar vóór het venster stond en met haar schoone oogen smachtend op den zuidelijken slottoren staarde.

"Hoor!" zeide zij, en toen ik luisterde, hoorden wij beneden in het dorp de doodsklokken luiden; zij begon zich te bekruisen en een Ave Maria op te zeggen; intusschen schoof ik haar evenwel naar buiten: "Maak dat maar buiten af! Verstaat gij?" Toen keerde zij zich bij de deur om, en sprak: "Weet gij, Enrico, wie er gestorven is? Lompenmolenaars Lisette is het." Lompenmolenaars Lisette!

Zij had immers reeds zoo dikwijls van Lisette gehoord; zij wist, dat het hare oudtante was, en haar naam altijd met eerbied werd uitgesproken; doch omdat men haar niets naders meedeelde, boezemde het haar weinig belang in, dat zij boven gewoond had. Zij schaamde er zich echter over, dat zij zoo kinderachtig geschreid had; wat zou hare tante nu wel gelooven?

Baron Frits nam afscheid van Lisette; hij zou in langen tijd niet wederkomen en zij gaf hem een klein gouden hartje, dat zij altijd op hare borst droeg; ik hoor haar nog zeggen: "dáár, mijn schat! doe mijn haarlok er in en denk aan mij!" Zie Liesje, dit gouden hart was Lisettes dood. Maar luister verder!

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek