Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Het verschil is zoo groot niet, antwoordde Uilenspiegel: als de hond aan zijn been houdt en het niet loslaten wil, houden de kasseien ook aan de kaai en willen zij er aan blijven. En menschen van mijnen stand mogen wel eenen hond plagen, als lieden van den uwen de straat niet met rust laten. Lamme stond achter Uilenspiegel en dorst geen woord uiten. Wie zijt gij? vroeg de heer.
Zij gehoorzaamt dus aan niemand? vroeg Lamme. De bruine man antwoordde: Laat hen, die God treft, hun zin doen. Aldus beduidt hij zijnen wil. En zijn wil is onze wet. Uilenspiegel en Lamme vervolgden hunnen weg naar Brugge. En de Egyptenaar ging ernstig en fier terug naar het kamp. En het meideken danste, schaterlachend, in een opene plaats van het bosch.
Ik zal het niet doen, sprak Lamme. Kies eene uit, spraken zij. Neen, sprak hij. Wilt gij mij? vroeg een schoone blonde; bezie mij, ik ben zachtzinnig van aard, en ik min hem, die mij mint. Laat mij los, sprak Lamme. Wilt gij mij? sprak een bekoorlijke meid, met gitzwarte lokken en een bruine tint, en die overigens door de engelen gemaakt scheen. Peperkoek lust ik niet, sprak Lamme.
Tweehonderd twintig! In den nacht van den volgenden dag, bij de eerste ochtendschemering, werd Uilenspiegel gewekt door Lamme, die schreeuwde: Uilenspiegel! Uilenspiegel! help, laat heur niet vertrekken. Snijd de koorden door! snijd ze door! Uilenspiegel klom op het dek en vroeg: Waarom roept gij? ik zie niets.
Blijf dan kok, zeide Uilenspiegel; maar geneest gij niet, dan sluit ik de keuken en eten wij niets dan beschuit. Ha! mijn zoon, zeide Lamme, die weende van geluk, gij zijt goed als de Moeder Gods. Doch hij scheen aan de beterhand. Alle Zaterdagen zagen de Geuzen hem het middel van den monnik meten, met een langen lederen riem. Den eersten Zaterdag zeide hij: Vier voet.
Door de kracht van den balsem, antwoordde Uilenspiegel. Balsem van dapperheid! zeide Lamme. Vervolgens sleepte hij de lijken van de predikanten een voor een voort, en smeet ze in een hol, tusschen de rotsen, met hunne wapenen en hunne kleederen, behalve den mantel. In de lucht fladderden de raven, krassend van ongeduldige vraatzucht.
En Lamme keerde terug bij Uilenspiegel, tot denwelken hij zei rond den middag: Wat heb ik voorspeld? De hemel wordt duister, de wind blaast geweldig; een warme regen valt; daar is reeds een voet water op 't ijs.
Henriëtte, een blond model, stond halfnaakt op een lage tafel. Hare handen waren om haar nek saamgebracht, ze neeg even haar hoofd en haar rechterheup bultte rozig onder een zijig floers te voorschijn. Ze was niet leelijk, al lag over haar goud-blozend gelaat eene uitdrukking van grove gemeenheid. Ze was groot. Ze antwoordde niet op wat de lamme Pacôme gezegd had.
Meisje, sprak Lamme, 't is slecht van uwentwege, Uilenspiegel te willen ophouden, die naar de Zeven moet zoeken en mijne vrouw helpen terugvinden. Nog niet! sprak Nele, en zij weende: doch lachte, te midden heurer tranen, Uilenspiegel liefderijk toe. Dit ziende antwoordde deze: Uw vrouw zult gij wel intijds terugvinden, als gij lust naar nieuwe smert zult gevoelen.
Zij zingt nog. Kom, mijne liefste, kom, ontvlucht uwen armen Lamme niet meer, die zonder u zoo moederziel alleen was op de wereld. Nele nam zijne hand vast en legde de heure op zijn voorhoofd. Hij heeft nog koorts, sprak zij. Snijdt de koorden door, zei Lamme; geeft mij eene sloep! Ik ben levend, ik ben gelukkig, ik ben genezen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek