Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
's Avonds, als hij, zonder licht, waggelend de trap opklom, voelde hij eene vrouw, die hem omarmde, hem kuste op zijne kaken, zijnen mond, tot zelfs op zijn neus; zijn gezicht was nat van hare tranen, na hetwelk zij hem liet voortgaan. Lamme ging naar zijn bedde en sliep als een os, en 's anderen daags trok hij met Uilenspiegel naar Gent.
Lamme smolt zijn lood en goot zijn kogels, doch grimmig bekeek hij smid Wasteele, die hem dwong op te blijven, terwijl hij zoo'n slaap had. Hij goot de kogels, maar hij had grooten lust het gesmolten lood over het hoofd van smid Wasteele te gieten. Doch hij hield zich in.
En mij, zult gij mij niet nemen? vroeg een echte reuzin, met een voorhoofd, dat schier teenemaal bedekt was met heur haar, met dikke wenkbrauwen, die samen kwamen, met groote, flikkerende oogen, met dikke, bloedroode lippen, en ook een rood aangezicht, een rooden hals en roode schouderen. Van gloeiende steenen heb ik schrik, antwoordde Lamme.
Hij wilde zijne bottel wijn ledigen, maar Uilenspiegel hield hem tegen. Drink zoo niet, sprak hij, al te haastig doet geen deugd aan de nieren. Beter zou het komen aan hem, die geene bottel op zak heeft. Ge spreekt goed, antwoordde Lamme, maar zoudt gij beter drinken? En hij langde hem de bottel. Uilenspiegel nam ze, dronk en gaf ze hem terug.
Dan wachtte de half lamme "muziekmoffin" te vergeefs op haar middagmaal en wist de Oempah zich, zoodra hij haar onder de oogen kwam, niet beter tegen haar rechtvaardige verwijten en aanvallen te beschermen, dan door opnieuw de deur uit te gaan en er uit te blijven, totdat hij, zooals hij 't noemde: "Woerscht oend brot wieder herausgepustet hatte!"
Lamme verschool zich achter Klaas en riep: Ik heb zes duiten verdiend, ik heb zes duiten verdiend, slaat me niet! Doch de moeder kuste haren jongen reeds, terwijl het meisje Lamme's handen wilde openwringen, om hem zijn geld af te nemen. Maar Lamme schreeuwde: 't Is 't mijne, ge zult het niet hebben.... 't Is 't mijne! En hij balde de vuisten.
Daarom is 't dat ik loop: kom mede en blijf bij mij om mij te verdedigen. Lamme, riep Uilenspiegel van verre, Spelle is te Meulestede! Ga in aller ijl naar Destelbergen, in de Drie Koningen. Verschrikt, sprong Lamme schielijk op. Hij hield zijnen buik met de beide handen vast en begon te loopen. Waar loopt die dikke haas naartoe?
Toen Nele den monnik met gekluisterde handen op het dek zag wandelen, vroeg zij: Wie is die? Dien zag ik reeds; en ik meen hem te kennen. Gelijk hij waait en draait, is die honderd gulden rantsoen weerd, zeide Lamme. Dien dag was 't kermis op de vloot van de Geuzen. Niettegenstaande het gure weder der Wintermaand, niettegenstaande regen en sneeuw, waren al de Geuzen op het dek van de schepen.
Ha! ik zal naar heur niet kunnen loopen. Wie had ooit gedacht, dat ik heur aldus zou terugvinden? Waarover klaagt gij? sprak Uilenspiegel. Zij is schoon, zoo half naakt, in dat uitgebekt neteldoeksch wambuis, dat heur vel zoo liefelijk doet uitkomen. Die vrouw is te jong, zij kan de uwe niet wezen. Mijn vriend, sprak Lamme, zij is het, mijn vriend; ik herken ze. Draag mij, ik kan niet meer gaan.
Zij werd bijna ongeduldig en was op het punt tegen hem uit te varen en hem te zeggen, dat hij een lamme jongen was. Maar dat ongeduld duurde slechts een seconde: zij knelde hem vaster en kuste hem. Nu, maar als er iets is, wat je wilt, moet je het zeggen, hernam zij, bijna weenend. Zal je het dan zeggen, Ben? Zeg vent? Zal je het dan heusch aan moesje zeggen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek