Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


"Dat begrip ik zeer goed," antwoordde Lewin, "voor de school en dergelijke inrichtingen kan men zijn hart niet africhten en juist daarom geloof ik, dat al deze philantropische 'bemoeiingen' altijd zoo weinig gevolg hebben." Zij zweeg. Toen lachte zij. "Ja, ja, zeer juist!" bevestigde zij. "Ten minste ik kon het niet.

Op andere oogenblikken lachte zij zonder vroolijkheid en was druk zonder eenige reden.

Vóór hem, links, voerden net onderhouden wandelpaden naar een tuin, die ongemerkt overging in een bosch, waarboven een doorzichtige blauwe nevel hing. Ben-Hur staarde droomerig voor zich uit, onzeker waarheen te gaan. Op dat oogenblik riep een vrouw in zijn nabijheid: Mooi! Maar waar nu naar toe? Haar metgezel, getooid met een lauwerkrans, lachte en antwoordde: Waarheen, lieve domoor?

Doch, haar schier waanzinnige pogingen waren vruchteloos; Rosio's ijzeren arm hield haar omkneld, en grinnikend lachte het onmensch, toen hij de angstkreten der onschuld met een dikken doek had gesmoord, en alzoo de zege over het zwakke reine schepsel had bevochten.

Ik wenschte wel, dat ik haar beeltenis konde meenemen, en op mijne kamer ophangen; zij moet een bekoorlijk schepsel geweest zijn, die Agnese Mathilde." "Wel, Army!" lachte de barones, "ik wist niet dat uw eerste verliefdheid eene doode gold! Nu, het is ten minste niet gevaarlijk wat zegt gij, Nelly?"

"Het is heel vriendelijk van u," zeide zij, en hij zag met voldoening een blijden glans in hare "kinderoogen." "Neen, neen, er is ook egoïsme bij," wierp hij tegen, een fauteuil aanrollend. "Eigenlijk vrees ik dat het geheel en al egoïsme is. O, wat zitten wij gezellig nu!" Zij lachte om zijn welbehagen.

Geef den brief dan: ik zal je later honderd pond geven! Maar een oud kameraad lachte vroolijk: nu, geven is geven: je vertrouwt elkaâr wel, je bent nette lui, onder elkaâr, maar je steekt toch over, te gelijk, zoo den brief en zoo de honderd pond. Maar ik wil niet hebben, dat je hier terugkomt: ik wil het niet, zeg ik je ...

En, daar zij het zoo van harte wenschte, verbeeldde Jo zich ook, dat zij een toenemende innigheid in Laurie's gedrag opmerkte, dat hij nu en dan fluisterde, minder dan gewoonlijk lachte, een beetje afgetrokken was, en gedurig den shawl over Betsy's voeten goed legde, met een bezorgdheid, die werkelijk teeder genoemd kon worden.

En wie, wie is hij, die moordenaar? 't Is Joost Van Meerle, de mooie heer met den gouden rok, die bij Van Males bed stond, en een gezicht zette alsof hij lachte toen deze, ruim tien jaar geleden, gestorven was. Joost Van Meerle, de zoon van Adolf Van Meerle, wiens overleden tante een dochter van Willems moeder was.

De wijn en hare emotie deden een blos schemeren door de gele bleekte van heur gelaat en toen mevrouw haar vroeg, waarom oom Daniël haar toch niet gebracht had, lachte zij met een luiden, zenuwachtigen lach. O, zij kon best alleen van Brussel naar Den Haag komen; oom had haar willen geleiden, maar zij had zijn geleide afgeslagen. Zij was zoo bereisd geworden: zij was nergens bang voor.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek