Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
En toen ging ze op een schoonen dag heen en verloofde zich met den nieuwen professor Carsten Lövdahl, die ten eerste tot een oude, stokstijve, Deensche ambtenaarsfamilie behoorde en waarvan men bijna niets anders wist, dan dat hij aan de universiteit voortgeholpen was en zeer gezien was geweest in de conversatie in de hoofdstad. Ach, wat een verdriet en teleurstelling gaf dat!
Maar in de kleine kamers van 't huis van Mevrouw Gottwald was het stil en treurig; de bel was omwikkeld en ze had een juffrouw genomen voor hulp in den winkel. Want kleine Marius werd erger. Dokter Bentzen had aan professor Lövdahl gezegd, dat men maar hopen moest, dat de jongen sterven zou: hij zou nooit zijn volle verstand terugkrijgen. Dat wist Mevrouw Gottwald niet.
"Dat is immers onzin, Peter! we weten allemaal wel, dat ieder menschelijke onderneming aan de wisselingen van 't geluk onderworpen is, of ik bedoel aan 't bestuur van de Voorzienigheid; maar als de directie zorgvuldig en voorzichtig is, dan is een onderneming als Fortuna menschelijkerwijs gesproken vrij zeker. Iedereen heeft immers vertrouwen in Professor Lövdahl?"
Abraham was buitengewoon oud voor een aannemeling, en de proost had niet veel goeds van hem gehoord; 't was buitendien ook bekend genoeg dat zijn moeder tot de vrijdenkers behoorde. Maar langzamerhand kreeg hij een beter indruk van den jongen Lövdahl; hij was eerbiedig en ernstig en vertrok geen spier op zijn gezicht, als er de zonderlingste antwoorden van de lange bank kwamen.
De openlijke lof in de kerk, het feest en de volwassen mannen, die hem in hun midden opnamen en nu ten slotte die toespraak van zijn vader maakten, dat hij zich rustig en veilig voelde; hij zag zich zelven reeds onder de besten, en zijn leven in glans en eere. Toen hij was heengegaan, zag Carsten Lövdahl vergenoegd om zich heen in de kamer.
U hebt dien geleerden heeren eens flink de waarheid gezegd, en het was zooals ik 't zelf had willen zeggen, dat was het, wat Mevrouw Lövdahl zei van de jongens op de Latijnsche school. Want zie nu mijn Morten eens. Hij was waarachtig even flink als de anderen, toen hij nog klein was, hij hield zijn centen bij elkaar en hielp in den winkel.
Die woorden gingen snel door de heele stad. En toen de zekerheid kwam, stond alles stil alle werk, alle gesprekken, alle gedachten; en dat nieuwe vervulde alle menschen, tot de kinderen toe, die met groote oogen en ontzette gezichtjes elkaar vroegen: "Heb je gehoord, dat Lövdahl failliet is ?" Om één uur ging de beurs open.
Haat en vergeving schaarden zich om zekere brandpunten. Van Professor Lövdahl was niet veel kwaads te zeggen; 't haar van dien armen man was sneeuwwit geworden in een paar weken.
"Hm, ik kan u zeggen, Mevrouw Lövdahl," viel meester Klausen in, "dat er bijna geen dag omgaat, dat ik niet vier of vijf oude wijfjes op mijn dak krijg, die een mondje open komen doen over een of ander wat met hun lieve bengels gebeurd is." "Ja, dat zou me een lieflijke optocht van moeders geven, als je al hun praatjes aan wou hooren!
Abraham Lövdahl voelde zich onaangenaam aangedaan; en toen de oude man naar de kleine keuken ging om zijn koffie te halen, zei hij verlegen: "Is u altijd... is u al van uw geboorte af zoo ongelukkig geweest?" Het jonge meisje keerde zich om, zoodra ze zijn stem hoorde, sloeg de oogen neer en luisterde oplettend naar die weinige woorden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek