Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Terwijl zij de zieltogende Leroux van de grond hieven, verliet Breydel de plaats met langzame tred, en keerde naar de kroeg terug. Hij vroeg een andere stoop bier en dronk meermalen, om de hete dorst die hem bevangen had, te lessen. Reeds zat hij enige tijd bij de tafel, en zijn vermoeidheid begon te verminderen, wanneer de deur achter zijn rug openging.
"Ga liever naar je kroeg, beroerling," zegt een vrouw, kwaadaardig, "heb jij een wurm, zeg! 't Zal jou je zorg zijn als je heele familie verzuipt!" Er komt weer stilte. De agent haalt voorzichtig het touw op. Het is nou het half vergane kreng van een hond. Een zwarte slijkpoel kringt om het rottend beest. "Durft d'r nou niemand in te springen!" schreeuwt een heer.
Vóór de kroeg namen zij van elkaar afscheid. Eenzaam ging Gerard den weg naar huis. Hij dacht aan den avond, dat hij met zijn vroegeren vriend den weerwolf ontmoet had, toen, na den storm, de weiden even zoo schemerig-vredig waren geweest. Als toen waren de slooten zoo blank en roerloos, en stil lag in hun schimmig zilver de schaduw der boomen.
"Op de kroeg wordt geen enkele vrouw toegelaten," viel Mary Bruining, 'n ernstig, donker meisje, in, "en ik geloof, dat ze gelijk hebben en dat de maatregel meer is genomen uit angst voor de ongebondenheid der heeren , dan uit afkeer voor de dames-studenten. Omdat voor ons dergelijke bezwaren niet bestonden, hebben we introductie voor jongens mogelijk, ofschoon niet makkelijk gemaakt.
Hij was vast besloten om, zoodra hij wist wáár of aan wien zich te wenden, het geld aan den eigenaar terug te brengen; er zou, zoo rekende hij uit, voor hem toch stellig een belooning, misschien wel één of een paar bankjes van veertig gulden, opzitten. Elken avond had hij in „’t Vroolijke Schuttertje”, een kroeg waar gewoonlijk de maats verkeerden, de dagbladen nagezien, maar zonder gevolg.
Liggen er geen woningen aan dezen weg?" "Laat zien," antwoordde Rudolf: "nog een goed kwartier rijdens en wij zijn aan den viersprong. Een half uurtje verder ligt een boerenhoeve, en nabij Leiden moeten wij rechts nog een kleine kroeg voorbij." "Ja, ik herinner mij dien viersprong zeer goed," hernam Alonzo: "Indien ik mij niet bedrieg staat er een steenen kruis."
Zijn droefgeestige bui duurde gewoonlijk niet lang. Als niemand zich over zijn dorstige keel ontfermde, liep hij de straat op, ging ergens staan blazen en keerde meestal terug in de kroeg, grabbelend in zijn zak, waar hij dan zooveel vond, dat hij zuchtend zeggen kon: "Ich bin zoe misérabel Hum!
Ze kon 'm niet laten gaan; ze moest toch zeggen, dat ze 't zoo akelig vond... "Waar ga-je heen?" Hij moest naar de kroeg, afgesproken met vrienden... "Waaróm nou? Ik heb je al zoo lang niet gezien." Ja, maar ze zouën spelen, kaarten... "Hè nee, Eddy, doe 't niet." Er had in z'n oogen dat ongeduld gebrand, dat haar altijd even bang maakte: "Natuurlijk zal ik gaan."
De ware reden was dat elk der strydenden in 't byzonder zich aan de slagen van z'n tegenparty wou onttrekken door in de kroeg te vluchten. De meeste "krygskundige evolutien" hebben van ouds-her geen anderen grond. Nog altyd stond het meisje met gekruiste armen op die tafel. En nog altyd lag er dat spottende op haar gelaat; alsof ze zeggen wilde: wie durft?
"Als jongens hier vol verwachting aangekomen zijn, en ze vinden niets dan 'n ongezellige kamer, 'n kletsende hospita en saaie college-uren, dan slaan ze aan 't drinken en fuiven en dwaasheden doen., En de kroeg, die eigenlijk niets is dan 'n ongezellig koffiehuis, al wordt hij ons elk jaar als ons thuis aangeprezen, wordt bij gebrek aan beter wezenlijk hun toevlucht, hun huiskamer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek