Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Ieder nieuweling die de kroeg binnentrad en vrouw Thénardier zag, zeide: zij is de meester in huis. Vergissing. Zij was zelfs de meesteres niet. De meester en de meesteres was de man. Zij handelde, hij schiep. Hij bestierde alles met een soort van onzichtbare, voortdurende magnetische werking. Een woord, soms een wenk was voor hem voldoende, en de mastodonte gehoorzaamde.

Het was, zooals we hebben gezegd, haar eerste liefde; ze had zich aan dien Tholomyès overgegeven als aan een echtgenoot, en het arme meisje had een kind. Te Montfermeil, nabij Parijs, was in het eerste vierde deel dezer eeuw een soort van kroeg, welke thans niet meer bestaat. Deze kroeg werd gehouden door de echtelieden Thénardier, man en vrouw, en was gelegen in het Bakkerssteegje.

Daar nu echter vriend Don Quichot alles, wat hem voorkwam, met de oogen van zijn verwarden geest zag en zich zoodoende de wonderlijkste dingen inbeeldde, zoo hield hij ook de herberg hier niet maar voor een gewone kroeg, maar meende in haar een echten en wezenlijken ridderburcht met torens en grachten, met wallen en ophaalbruggen voor zich te hebben.

Op een morgen, dat de heer in de kroeg trad, noodigde hij hem niet dadelijk uit, om een spelletje te kaarten. Hij schoof Gerard een glas wijn toe, en vroeg: "Zullen we eerst eens wat drinken?" "Waarom?" "Dan kun je beter met elkaar praten. Heb je gehoord, dat jan, die jou de leelijke poets heeft gebakken, een eigen boerderij gaat bouwen?" "Wat zeg je?"

Dat ondoorgrondelijke, dat tastdonker was dat niet de steeg naar Sivory's kroeg.... Maar achter hoekhuisblokken verslonk de laatste lucht, de voeten gingen meer aan het aarzelen. Vogels stem kwam rad en spoelend uit het vocht van zijn onzichtbren mond.

Ziedaar een dronken hansworst, een monnik en een jonge deerne, die zij doorlaten en ons zonder geleide op ons dak sturen, alsof het kamp een kroeg ware, waar elke leeglooper onverhinderd insnijdt." Madzy achtte het onnoodig den nieuwsgierigen krijgsman te antwoorden, dat men aan de voorposten waakzaam genoeg was.

Nadat Geerten en schoon Franske, aan den toog van eene vuil-berookte kroeg, een borreltje in éenen teug met smakkende lippen en tranerige oogen naar binnen gewipt hadden om zich wat te verwarmen, namen de twee kameraden afscheid.

En, zich niet meer bekommerende om de slagen en stompen die hy ontving, deelde hy daarvan juist genoeg uit om weldra 't jeneverzaaltje te bereiken, waar de volte wel niet minder was dan buiten, maar er werd niet gevochten. Dit was iets! Ziedaar, lezer, 't waar en onvervalscht relaas van de oorzaken die Wouter heel in 't begin van z'n loopbaan maakten tot 'n kroeg- en koffihuislooper.

Deze kroeg, die tevens een soort van logement is, heeft twee deuren: de eene aan de straat, de andere aan een kleine plaats vol mest. De reiziger waagde 't niet, door de straatdeur binnen te gaan. Hij sloop naar de plaats, stond weder stil, lichtte bedeesd de klink op en deed de deur open. "Wie is dáár?" vroeg de waard. "Iemand die hier wenschte te slapen en te eten." "Goed.

Nu ik zelf op kamers woon en ik heb toch nog altijd Else begrijp ik 't pas, hoe vreeselijk 't voor jongens, die altijd thuis zijn geweest, moet wezen, hier opeens in eenzaamheid op een ongezellige kamer te land te komen, hoe ze 't er niet uit kunnen houden, en naar de kroeg of naar vrienden moeten loopen, en dan weer niet naar huis willen, omdat ze weten, dat 't er koud en donker zal zijn...." En rillend dacht ze even aan haar eigen thuiskomst laatst, toen ze de lucifers niet had kunnen vinden, en er niemand was om haar te helpen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek