United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stelt u voor een droppel, half-vaste, half-doorschijnende, half-geleiachtige, gelijkslachtige stof, tot willekeurige beweging in staat. Zij beweegt zich in verschillende richtingen, zet zich uit of krimp weer in, en neemt de meest onregelmatige, meest onverwachte gedaanten aan.

En vat ik gansch waarom mijn ziele treurt, Dan kwelt me een heir van smarten van al zijden, Zoodat ik krimp van pijn om wat ik lijd En zinloos klaag en krijt En moet de menschen diepbeschaamd vermijden. En weenend roep ik in mijn eenzaamheid: "O Beatrice, gingt ge waarlijk henen?" Dan troost haar naam me, als waar' zij zelf verschenen.

Dag, Dieper! Dag, Wilkens! Dag Eugène! Papa nog niet beneden? Hier zyn de brieven ... een voor huishouden van Leon, Eugène! waar is Gerrit? Zoo, is dat de jonge Pieterse? Weet-i den weg in de stad! Ik heb veel boodschappen, weetje! Krimp te Rotterdam vraagt twee wittegrondjes-driekleur je weet wel, Wilkens, die Victoria-fancies van Crawfurth-Leeds maar hy wil dat ouwe krieuweltje met 'n oogjen ... is 't er nog? Waar is Gerrit? Ik heb veel boodschappen. Hoe is 't met mama, Eugène? Zou 't lukken vandaag ... ik meen de verhuizing? 't Saizoen gaat voorby, en ik wou zoo graag de Hocker's en de Pleier's en de Krucker'S vragen op Groenehuize. Die briefbesteller is 'n lap ... de vent wil altyd geld voor 'n borrel als-i de brieven op-straat afgeeft, want ... hy mag 't niet doen, dat weetje. Als 't gemerkt wordt, krygt-i z'n ontslag. Ik heb 'm dezen keer 'n stuiver gegeven: denk er om, Wilkens, maar ... zet 'm op huishouden, want er is 'n brief van Leon ook. Dus ... 't kan wel op huishouden: wat zeg jy, Eugène? Zoo, ei, is d

"'n Brief uit de Krimp," zee Asser de briewebesteller, en as ie me zee, wat ie khostte, was 'k op stikke af, en as ie me kwam staan khabaal te schoppe as 'k 'm los had gemaakt heb 'k em 'n ouwe diffel, deer ie 'n bhrander op had, in 't vesier gesmhete as 'r de rhasende mot in was.

Wilkens ging naar 't magazyn, om de slangetjes uittezoeken, of de moesjes of de blokjes die 't huis Kopperlith den winkelier Krimp zou trachten in de maag te stoppen, in plaats van 't verlangde krieuweltje met 'n oogje. "Twee en zes is twaalf, en tien is twintig ...

Daar kwam Kist hem eindelijk afhalen, om hem naar zijn huis te geleiden. De Czaar beval zijne volgelingen, hier of daar een onderkomen te zoeken, en verliet met Kist de herberg, om zich naar het eenvoudige huisje op het Krimp te begeven.

Nu begreep iedereen, dat de geruchten waarheid bevatten en dat de vreemdeling niemand anders was dan de Czaar. De toevloed van nieuwsgierigen werd zoo groot, dat de toegangen tot het Krimp, waar de Czaar woonde door wachten moesten worden afgezet. Hij begreep zelf ook wel, dat hij zijn waren staat nu niet langer verborgen kon houden.

't Wier kolder en kolder en de botter was zoo an de krimp eraakt, dat Hennenichjen der van schrök. Zie krabde zich met den poot langs de nebbe en wis nîet, wat ze zol anvangen. Toe haalde ze de botter der uut, knèden het tönneken voel hôonderkötteltjes en leî der baoven en dun bäomken botter aover hen.

De hand van "Vlissinger Michiel" scheen intusschen wel een soort van bankschroef te zijn; want Tromp zette een eenigszins pijnlijk gezicht toen De Ruyter de aangeboden hand met echte zeemansrondheid schudde. "Best, best, Ammiraal! Jongen, dat heeft gisteren een warm daagje gegeven, ? "Ja, ik had niet gedacht dat Blake zoo gauw krimp zou geven!"