United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


! ! ! ! dat heb ik er ten minste bij gewonnen: van jou ben ik af; jij maakt mij niets, niemendal meer, geen lor!" "Och! och! had ik hem toch maar getrouwd," zuchtte vrouw Juttner, toen zij weer op haar kamer was. "Ik zou hem wel kleingekregen hebben. Kom hier, Kobus ; kom hier, stumper.

Dan kom ik en dan mijn secretaris, die in zijn hoedanigheid van gegradueerde van de universiteit van Bombay, in diepe gedachten verzonken is, waarvan het resultaat, zooals hij mij heeft verteld, een artikel zal zijn in een der dagbladen van Surate.

Het laatst; echter kom ik van het hof des Graven; Heer Wolfert van Borselen heeft mij de groeten medegegeven voor zijn trouwen vriend Heer Aloud, 's Graven Baljuw." En langzaam laat hij zijne oogen onder de menigte ronddwalen, als om den eigenaar van dien naam te zoeken. "Van den Heer van Borselen?" roept Aloud verrast en verheugd uit. "En droeg hij u op, mij zijne groeten over te brengen?"

Evenwel zelfs dat middel zou ter nauwernood één kans van slagen aanbieden tegen negen en negentig anderen van mislukken. »Wacht ons hier, heeren," zei hij tot de gebroeders Melvill. »Binnen vijf minuten zijn wij terug. Kom Partridge!" De beide ooms bleven daar op dien uithoek van het eilandje wachten, beschut boven op de steile kust, alwaar de zee hen niet kon bereiken.

Och God, zie, in al mijn ongeluk ben ik nog zoo blij als een engel!... Ja, Trees-lief, want ik dacht zeker dat ik u nooit op de wereld meer zou gezien hebben!" Annah kwam bij met eene kom wijn, en hield ze aan de lippen der zwakke vrouw.

Pietersen, kom dan toch; ga zitten, hier! gauw! Anders wordt ze woest en dan is ze straks niet te houwen.” „H

"Op het hofje woont niemand onder de zestig jaar," ging Suzette voort: "ik kom er 's morgens heel vroeg, zoodra de poort opengezet wordt, en blijf er den heelen dag bij mijn moeder; maar slapen mag ik er niet. Vóór tienen moet ik er vandaan, en's avonds na zevenen mag ik er zelfs niet meer op. O, wat zou ik geven als ik mijn moeder nu nog maar eens even mocht goenacht zeggen!..."

Ik heb graag overal, waar ik kom, goede vrienden. Doch laat er niets van merken, voor ik vertrokken ben." Coenraad knikte. De marskramer beviel hem wel, en al spoedig daarna stond hij op, om zich ter ruste te begeven. "Indien gij wilt, kunt ge wel op mijne kamer slapen," zeide hij tegen Fulco. "Als ik u daar niet tot overlast ben, heel gaarne," antwoordde Fulco opstaande.

's Nachts wordt in een fellen, kouden wind een astronomische plaatsbepaling genomen. 18 November. Astronomische peiling. Standbepaling tijdmeters. De Dajaks kappen het pad verder. Peilingswerk. 19 November. De geheele Centrale keten is nu te zien: Wilhelminatop, Rhumphius keten, enz. Vandaag kom ik met het peilingswerk gereed. 20 November. Vertrek naar den hoogen top.

Het viel mij onmogelijk hem openhartig te antwoorden en mijne geschiedenis hem te vertellen. Ik kom uit zijn land, uit Chavanon, en ik kom hem tijding brengen van zijne vrouw. Zij had me gezegd, dat ik hem hier zou vinden.