Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Zijn er geen rijke vrienden die met de duizenden spelen als kinderen met knikkers? Men schijnt zeer veel te babbelen over hem en de zijnen. Ja, zijn oogen werden vochtig toen de brave vrouw hem daareven die krakende blauwe papieren in de hand wilde drukken.
Jonge moeder! wiegeliedjes Hoort gij, wed ik, in 't refrein Van de zomerregendropplen Tegen 't raam en op 't kozijn. "Jo" op 't volgend vol met krassen, En daarin een lorrenboel: Poppen zonder hoofd, wat tollen, Knikkers, prullen zonder doel.
De handelsman laat er zich door uit zijn kantoor lokken en de vrachtrijder van zijn wagen, de slager laat zijn vleeschbak in den steek, de bakker zijn mand, de melkboer zijn emmer, de loopjongen zijn pakjes, de schooljongen zijn knikkers, de straatmaker zijn houweel, het kind zijn raket.
Een vlieger oplaten plezier hebben; een zak vol knikkers plezier hebben; uit rijden gaan, een dag vacantie, een avond opblijven plezier hebben! ziedaar hun logica.
"Jij hebt die knikkers zeker ergens zien liggen en omdat je er nu eenmaal niet van houdt, dat zulke dingen rondslingeren, heb je ze in je zak gestoken, erg netjes, dat moet ik zeggen." "En ik ben het slachtoffer van Doors opruimmanie," zei Dolf. "Nu, ik ga tellen. Als ik vijftig roep, moet jullie verstopt zijn. Jullie moogt je alleen in den tuin verstoppen, niet in huis." "Een, twee," telde Dolf.
Ik denk van een bromtol, zeven en tachtig, acht en tachtig, negen en tachtig, of een zak met knikkers, negen en negentig, honderd hè, hè, nu ben ik al aan honderd, en ik slaap nog niet.
"Je weet," zei Door, "dat mijn zaakjes nu eenmaal veel van stuivertje wisselen houden. Mijn mesje en mijn beurs ben ik al drie dagen kwijt en daarvoor in de plaats loop ik al meer dan een week met deze knikkers in mijn zak. Hoe ik er aan kom, weet ik werkelijk niet," zei ze lachend. "Ik begrijp het best," zei Nel.
"Dat heeft u zelf gezegd." "Nu jongen, een hit kun-je toch ook opeten!" riep Dik terug. "Maar ga nu slapen, en laat je geluid niet meer hooren." Jantje zweeg. Hij was verdrietig, omdat hij geen mooien tol kreeg, of een zak met knikkers. "Iets lekkers, bah, wat heb-je daar nu aan?" dacht hij. De koele nachtlucht had hem huiverig gemaakt, en de warmte van het bed deed hem behaaglijk aan.
De deur stond op een kier en zij gluurde nieuwsgierig naar binnen. Kijk, de toonbank was ook aan denzelfden kant en och, wat stond daar een aardig klein kereltje met knikkers te spelen! Een vrouw met een vriendelijk gezicht stond achter de toonbank en riep: "Toe maar Evert, toe maar, het gaat al heel mooi!" Zij was zeker de moeder van den kleinen jongen.
Daar rolde een der knikkers naar buiten vlak voor Elsje's voeten. "O moeder, daar loopt er een weg, die mooie groote nog wel! Dien pakken ze bepaald mee!" En zoo gauw als zijn kleine voeten hem veroorloofden, dribbelde Evert naar de deur toe om den verloren schat te gaan zoeken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek