Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


En genaderd de ridders, groette hij hen hoofsch met zijn speer en met Gods eere, die hij hun toe riep. De voorste, een reus, riep terug den groet en voegde er aan toe: Waarheen richt gij u, jeugdige knape, aan deze grenzen veler koninkrijken, wen ik u vragen darf? Zoo alleenlijk en jong van jaren te dolen door deze foreesten, dunkt mij moed boven uwe jaren?

Niet anders, o wellieve Gwinebant, dan uw liefde te dienen, zoete knape! Lancelot, ga terug tot Camelot, en laat mij Gwinebant. En gij, Gwinebant, vertrouw Merlijn, die nie een kwade toovenaar en was, en stijg deze nacht nog mede op mijn fenix.... Zoo voer ik u tot Ysabele! De jonge ridder gaf een kreet van geluk. Tot Ysabele! Tot Ysabele! riep hij uit.

De kemenade donkerde, met wat maneschijn, blauwig aan de kleurige ruiten bleekend. En Belleflore tokte aan haar luit en Ydeleine vlijde met den strijkstaaf over de vijf glasreine koorden van haar psalterion. En zij zongen, beiden, met zachte stemmen, om beurten en te zamen: Lancelot! Droom ju zoete lot! Droom ju Koninginne! Gwinebant! Lieve knape, schoon wigant Droom ju zoete minne!

Maar hij kwam vroolijk, en liet zich een blinddoek voor 't gelaat binden; opdat hij de vreeselijke oogen niet zou zien. Men vroeg hem naar zijn wapen. Was 'teen speer of boog, of een slinger, gelijk de knape David had, die Goliath wilde verslaan? Hij wees op zijn borst, waarop een plank rustte, en niets anders. "Weet ge dan niet?" zoo vroeg men hem, "dat de basiliscus stekels heeft?

Want ik heb u zoo lief als ik niet en wist, dat liefde lief konde zijn, als ik nie eene vrouwe heb lief gehad van dat ik als knape vrouwen en jonkvrouwen te lieven begon en zoo gij mij niet en lieve hebt, is mij te leven geen waarde meer, al zoude ik Koning wezen over alle deze koninkrijken der oude Koningen, die in Brittannië heerschen: Assentijn van Endi en Mirakel van Wonderland en Clarioen van Noordhumberland en Artur, mijn Heere van Logres.... Maar als gij mij lief hebt, o Ysabele, dan zoude ik willen, konde ik zoo als hoofsch en trouw ridder doen, deze geheele wereld voor u verwinnen tot Rome toe en Parijs en den geheel en hemel daarbij.

Toch zoû Aventure den burcht van Endi nu naderen, want alleen, alleen zoû Gawein wederomme en ten tweedenmale Assentijns burcht moeten nemen: Amadijs zoû hem van nut en noode niet en zijn.... En hij zeide tot zijn schildknaap: Wellieve knape, aanzie!

Tot het plots in een rechte vaart, een pijl gelijk, schoot door de lucht en de ruiters hunne rossen aanzetten ten draf. Ik en weet niet, zeide Gawein; waar wij herberg zullen ontmoeten voor deze nacht. Maar wij kunnen ons dat Scaec niet en laten ontgaan, wellieve knape!

Ook al geloofden wij niet aan den Aventure! zoo riepen om beurten Sagremort en Acglovael, Hestor en Meleagant, Galehot en Ywein en Bohort. Maar Gwinebant, de schoone knape, der koninginne neef, riep niet mede maar hield Mordret en Didoneel in het oog, wat of die toch smoezelden zoo met elkaar.

Zoo blijf hier en laat mij u plegen, zeide Ysabele bezorgd en zij omvatte Amadijs in hare armen.... Ten zelfden tijd ontstelde zij.... Zij voelde Amadijs' borst onder het knapebuis zwellende kloppen. Zij zag Amadijs nu aan in zijne oogen, die zich openden.... En liet hem los. Voelt gij u bet, Amadijs, wellieve... knape? vroeg de princes. Amadijs was gezonken zittende in het kanteel.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek