United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk kwamen de mieren in onafzienbare scharen en tastten den vijand op de meest onverwachte plaatsen bij honderden tegelijk aan. Dat bracht een verwarring en ontsteltenis teweeg! Haastig vlogen mannen en vrouwen van de zoo lang verdrukte mos- en grasplantjes op; ook het arme, blauwe klokje werd bevrijd, door den welgeslaagden aanval van twee oorwurmen op de beenen van de dikke juffrouw.

Wij hebben van de meeste onzer steden de wallen zien slechten. Wij zijn het woord "bolwerk" en "schans" gaan vereenzelvigen met "plantsoen", omdat inderdaad onze bolwerken en schansen zijn herschapen in plantsoenen. Wij hebben in onze kinderjaren nog gespeeld op de resten der oude stadsmuren. Wij hoorden nog om 8 uur het klokje luiden dat het sluiten der stadspoort aankondigde.

Het was na middernacht, toen zij den zijweg insloegen en de kapel zagen liggen, in het late manelicht, nabij eene vlakte, waar zij de kruizen der graven blanken zagen. En zij stegen af en Gawein luidde er het klokje, dat aan de poort hing en het klonk door de nacht met de bede der dooden.

Vandaar, dat de heilige naderhand algemeen als patroon van het vee werd beschouwd, en als zoodanig door boeren, vleeschhouwers en spekslagers vereerd. In de Middeleeuwen hadden de Sint Antoniusgilden het recht, een zwijn, dat als herkenningsteeken een klokje aan den hals droeg, overal vrij te laten weiden; zelfs in de steden zag men dit Antoniuszwijn ongehinderd rondloopen.

Toen van een kerk in de buurt het middag-Angelus klepte, keken zij elkaar met een melancholiek glimlachje aan. "Dat is het klokje, dat met zijn vrome klanken de geloovigen naar de eetzaal roept," zeide Marcel. "Zeker," antwoordde Rodolphe, "dit is het plechtige uur, waarop alle fatsoenlijke menschen naar het refectorium opgaan."

"Maar zal Mejuffrouw Hilda in den helderen maneschijn onder de groene boomen 't klokje van negen niet vergeten?" fluisterde er op eens iemand aan haar oor. 't Was de prins, die bij haar gekomen was, zonder dat ze 't merkte. "Denk er aan, dat U me voor 't begin van mijn feest een mooi lied beloofd hebt!" Hilda kreeg eene kleur van verlegenheid.

Bij het scheiden herinnerde ik hem, dat zes uren het klokje was. »Maak u niet bezorgd," zeide hij. Ik had mijn gezelschap bijeen, vóór hij er bij was, deelde mijne vrienden mede, dat het mijn plan was hem dronken te maken, en verzocht hun mij daarin te helpen, wat zij beloofden.

"Laten wij wachten," zeide Gideon Spilett. "Wanneer het een sein is, zal het herhaald worden, wie het dan ook moge gegeven hebben." "Maar wie zou het geven?" riep Nab uit. "Wel!" antwoordde Pencroff, "hij die...." De zeeman had nog niet uitgesproken toen wederom de telegraaf het klokje in beweging bracht. Cyrus Smith ging naar den toestel en vroeg langs de lijn: "Wat verlangt gij?"

Nu leek 't 'n lawine, en de juffrouw had er even over gedacht om boos te worden over "dat eeuwige gebel." Maar juist had Else toen háár raad bij 't kiezen van 'n klokje ingeroepen, en gevleid was ze toen mee vroolijk gaan doen, zette telkens 'n gezicht, of 't háár geschenk was, wanneer ze weer iets binnenbracht met grapjes van: "Gunst, 't lijkt heusch wel Sinterklaas."

Gedachteloos speelde hij kaart, en gedachteloos verloor hij. Bijna te middernacht verlieten de vrienden elkander. Gerard was vastbesloten den raad van mageren Hein op te volgen, en hij liep naar den kruisweg. 't Klokje van den verren toren sloeg twaalf uur hij hoorde 't rammelen van een ketting, toen sprak hij met vaste stem: "In naam van den Duivel ben ik hier."