United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


En terwijl mijnheer Kippelaan nu zijn paille glacé handschoenen gaat aantrekken, maar den laatste, bij een geweldige inspanning om hem over de vochtige "muis" te krijgen, van onder tot boven ziet openbersten, stapt hij door het ongeluk zoo mogelijk nog meer en nage geraakt het gazon om, en op de groote stoep toe, doch ziet dan eensklaps terzij van het landhuis achter die prachtig fonkelende rozen en onder het zwaar geboomte, iets.... wits; iets.... En....

Kippelaan die in 't schemerdonker vertrok, heeft nog eens even, terzij van het huis een "blikslag" erop geworpen, want hij "kent gaarne iets aan alle kanten". Schuin in de hoogte ontdekt hij licht. De glimp uit het raam schijnt op het gebladert van den meest vooruitkomenden eiketak. Juist onder dien eik stond Kippelaan, en hij hoorde spreken. 't Was "letterlijk niet te verstaan."

Op dit oogenblik schept Kippelaan nog even een luchtje, want hij had aan een der buitendeuren staande iets in 't donker zien verdwijnen, ginder in de richting van de groene kamer, waar nog een enkele gekleurde ballon tusschen het donkere groen hing. En Kippelaan vond het buiten allerheerlijkst.... 't Was heelemaal donker, pikdonker in de groene kamer. Daarbinnen klonk een zucht.

"Nee, bepaald gemeen! Jij spreekt zooveel menschen van allerlei slag, en daarom hoor je 't zoo niet. Die kluchtige luitenant had op de laatste bladzij van zijn balboekje, zooals hij zei, een index gemaakt. Onder de personages wier conversatie hij schrappen zou, behoorden, nummer één: de majoor Kattenglimp zooals hij hem telkens noemde, en ten tweede menheer Kippelaan.

Intusschen wenscht de ondergeteekende dat dokter Helmond zich zeer spoedig in de geheele herstelling van zijn dierbaren pleegvader zal mogen verheugen. Kartenglimp." "Ik dank je Kippelaan." "Geen dank! Pas du tout! Onder vrienden! Wat ik zeggen wou: De majoor vraagt in dat briefje...." "Of je hem 't antwoord heel spoedig wilt terugbrengen!" "Welzeker, welzeker! Met alle plezier."

"Straks hoop ik u mede een handdruk te geven dominee," zegt Archibald, eensklaps van Kippelaan op Hoogerberg ziende: "om u dank te zeggen voor de goede woorden aan 't adres van mijnheer Kip..... ik meen aan 't adres van mama en van mij; doch met den dronk die nu geen uitstel duldt, maar welke twaalf-twaalfde gedeelten der jonge dames toch hopen dat kort en vooreerst de laatste zal wezen, omdat de muzikanten anders ongeduldig zouden worden; niewaar dames? met dit glas dan moet ik den vriend gedenken, zonder wiens trouwe hulp ik misschien zelfs met den besten wil van de wereld hier niet als zoon van den huize had kunnen fungeeren.

"De hoofdzaak, menheer Kippelaan?" Kippelaan wischt zich nogmaals eenige bruinachtige zweetdroppels van 't gelaat. De donkergrijze oogen van den ouden generaal zien hem zoo "dolks en sabels" aan. "De zaak uw excellentie, de zaak, enfin...." Eensklaps opstaande terwijl hij een snelle buiging maakt: "Mijn bijzonder compliment generaal. 't Prouveert voor zijn kunde, voor zijn praktijk.

Dit stuk moeten ze bij ons niet spelen, 't Refrein is toch leelijk; al te snerpend. Vin-je óók niet, m'n lieve man?" Mijnheer Kippelaan voelt zich dezen avond misschien nog gelukkiger dan Eva Helmond. De bijzonderheid dat hij op zulk een partij was gevraagd, heeft hem boven de huizen gebracht.

Op sommige plaatsen vormen zich groepjes, vooral onder de boomen op de markt nabij het oud-burgemeestershuis; en, men wauwelt er over het plotseling sterfgeval; hoe een mensch er gauw uit kan wezen, en hoe zooals menheer Kippelaan straks nog in 't voorbijgaan aan den molenaar heeft gezegd hoe het onvergeeflijk is dat een dokter, die te veel geld heeft om te dokteren, tóch maar dokteren blijft.

"Wat heb ik gezeid!? wát!" valt Careltje uit: "Zie je wel dat ie niet ziek was! De meid van Sturk die den dokter om twee uur ging halen wou het liegen heeten; maar d'r was licht op 't kantoor! Menheer Kippelaan had het van Hent den klepperman zelf gehoord; en ik zeg: d'r brandt geen licht om twee uur op 'en kantoor of d'r moet iemand óp zijn!"