Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Kippelaan, overtuigd dat hij zoowel hier als overal steeds welkom moet zijn, heeft het woordje niet óf voor een aardigheid gehouden óf niet verstaan, althans, langs de deerne heen struikelt hij de kamer binnen, ziet naar den dorpel om, en dan met de tien tolken zijner vriendschap vooruit op den majoor toeschietend, verheugt hij zich in zijn welstand; vraagt hem naar zijn welvaren; verzekert hem van eigen welzijn; deelt hem mede dat het uitmuntend weer is, dat de dagen al korten, dat hij ware vriendschap gevoelt voor een man als de majoor, en....

Helmond heeft haar gezegd dat hij ziek was; maar, 't was nu lief van hem, heel lief....! En terwijl de grijze heeren een blik van goedkeuring wisselden over de muzikale verrassing, en Armelo zoowel als zijn vrouw en dochter een verhoogde feeststemming ontvingen, terwijl dokter Wolf naar zijn laarsjes zag, en mijnheer Lieder met een zielvollen blik naar het orgel, bespeurde Kippelaan dat juffrouw Coba Van Barneveld juist toen ze hem voorgijging, de oogen neersloeg, en, het gelaat afwendend een snel gerezen blos zocht te verbergen.

"Neem even plaats menheer Kippelaan;" zegt Van Barneveld met een aanwijzende beweging der hand, waardoor hij die hand voor een verovering van den bezoeker zoekt te vrijwaren. Doch, Kippelaan heeft zijn prooi reeds bemachtigd en dubt er mee op en neer. "Pardon, pardon excellentie, ik kan bij deze gelegenheid niet nalaten u nogmaals van harte, van harte...."

Aan Kippelaan en een paar andere bekenden, die hem een bezoek brachten, heeft hij wel bemerkt dat er niets van die scène is uitgelekt.

Maar je ziet me in de kerk.... 'k Zal je een oogknipje geven. Zeg, tóch een klein dropje....? Eén heel klein droppeltje pomerans?" Vijf minuten later treedt dokter Helmond, die door een snelle beweging aan vriend Kippelaan is ontkomen, zijn eigen woning binnen.

Watblief?" "Och jij met je praatjes; is er brand, laat ze 't blusschen." "Brand? pardon! pardon!! Dood. Subiet. Onze vriend dokter Helmond...." "Wat, wát!?" schrikt Kartenglimp op: "Is Helmond dood?" Kippelaan stuift een paar schreden achteruit.

"Dankje Kippelaan, 'k ben van je belangstelling en hulpvaardigheid ten volle overtuigd;" zegt Helmond terwijl hij zijn hand uit de dansende klem zoekt los te werken: "Je neemt me niet kwalijk, maar ik heb nog zaken, en dus...." Wuivend met de bevrijde hand: "Tot weerziens, adieu!"

"Ik dank je menheer;" zegt Van Barneveld terwijl hij tamelijk militairement zijn hand uit den kerker bevrijdt. "Kwalijk genomen?" herneemt Kippelaan met vergoelijkenden lach: "Jawel jawel, u hebt het me kwalijk genomen dat ik u na onze laatste ontmoeting op de receptie niet bezocht. Ja ja, 't is slecht van me, heel slecht. Ik maak het grof met iedereen.

"Maar mama'tje, wie heeft dát gezegd!" "Gud! menheer Kippelaan zei...." "Och vrouw, zwijg toch van Kippelaan, 't is 'en proppenschieter." "Ga binnen; Eva wacht u;" zegt Helmond en doet de deur, waaruit hij in het breede marmeren voorhuis kwam, wat verder open, en papa Armelo treedt achter mama Armelo de Oranje-zaal binnen. Eva heeft gewacht.

Als Helmond dan volstrekt niet binnen wil komen en in geen geval iets gebruiken, dan moest Kippelaan hem toch nog even de hand drukken, en daar hadt je het lieve leven weer gaande: Helmonds hand dubde nogmaals en sterker dan straks tusschen hemel en aarde: "....en Gods allerbesten zegen, hoorje.... en dat je die prachtige engel in alle opzichten.... en gelukkige reis hoor!

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek