United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeg zeer beleefd aan menheer Kippelaan dat ik iemand bij me heb met wien ik moet spreken.... iemand die.... uit de stad moet, die.... Ik kan den man niet ontvangen." Weinige oogenblikken later komt Hendrik terug, en zegt dat mijnheer Kippelaan juist het allermeest is gekomen om den persoon dien de generaal bij zich heeft: "Hij wilde dokter Helmond zoo bijzonder graag eens eventjes spreken."

Kaatje brandt van nieuwsgierigheid om al het nieuws te hooren waarvan ze niets vernam, en waar haar meester zoozeer in betrokken schijnt. Maar van die klok met z'n gewauwel wil ze niets weten. Ze zal 'em in 't riet sturen, en dan als de wind naar Careltje! "Om je de waarheid te zeggen menheer Kikkelaan...." "Kippelaan m'n lieve meid! Kippelaan, Jules Janin!"

"Hoofdpijn? Tic? tic douloureux? Ah! een martelaar van! Een...." Van Barneveld staat op: "Wanneer u beneden een glas wijn met water of wat vruchten wilt gebruiken, menheer Kippelaan, 't zal me aangenaam zijn, maar wil me ten goede houden...."

En boek juffrouw Sillemond? Asjeblieft! Jawel menheer Kippelaan, ga daar maar zitten. Zeker, veel menschen, maar toch ruimte genoeg. Woudt u liever in de regeeringsbank....? Ja, dat is wel mogelijk, maar dat gaat niet; burgemeester komt zeker; burgemeester is zelfs op de partij gevraagd naar ik hoor.... U begrijpt dus...."

En, terwijl ze nu met fermeteit de deur opent teneinde te zien wat Kippelaan weerhield om den brief aan te nemen dien ze hem brengen kwam, geeft de dikke hospita een gil van ontzetting, want, met een vreeselijken slag, die haar gansche woning deed dreunen, sloegen honderden scherven van glas en aardewerk met beddetafel en stoelen voor de voeten van den rillenden Kippelaan neer.

Toen menheer Kippelaan eergisteren lamsbout bij hem bestelde, toen had hij hem in vertrouwen meegedeeld, dat de generaal die een particuliere vriend van menheer Kippelaan was schrikkelijk op dokter Helmond moest gebeten zijn, aangezien de generaal het eerst door hém Kippelaan had vernomen dat dokter het oud-burgemeestershuis gekocht had.

"Allemaal gekheid, dát kun je niet weigeren: Parfait d'amour!? Op de liefste!? Op morgen?" Hij vat Helmond onder den arm en noodzaakt hem een paar schreden met hem voort te gaan. "Stellig Kippelaan, ik heb geen tijd; ik hou je parfait d'amour te-goed. Je weet bovendien dat ik nooit...." "C'est vrai! c'est juste! Maar in m'n keldertje heb ik ook delicieuze pomerans.

En o jee, er was een heeleboel meer: Dokter hield het op de hand van een broer, die zich slecht gedroeg en gemeen auteur was geworden. Men ziet dat Kippelaan den brief aan Woudberg wat haastig had gelezen. En de majoor Kartenglimp had mede volgens Kippelaan gezegd, dat ie heel bang was dat het nog eens slecht met den dokter eindigen zou. Ja, ja, dat alles kwam goed overeen.

Mijnheer Kippelaan, nog slechts weinige schreden van het groote ijzeren hek van De Zonsberg verwijderd, voelt nogmaals naar zijn beide boordjes, die van de overmatige warmte in onmacht liggen; doet een hopelooze poging om ze weer tot den "kelk te vormen waarin zijn edelst lichaamsdeel het hoofd is gevat", en vraagt zich zelven dan zeer ernstig af: of hij in zulk een toestand wel inderdaad zijn plan kan volvoeren?

Gedurig naar de gebarricadeerde deur, en een paar malen zelfs naar het donker onder zijn ledikant ziende, heeft Kippelaan nu reeds ofschoon met eenigszins bevende vingers den brief van Jacoba uit het losgelaten couvert genomen. En.... hij zal smullen: "Lieve Jacoba, beste zusje!" O God wat is dat!? Men klopt op de deur: "! Watblief? Wie is daar?"