Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Het jongh dochterken dat by my is en dat ick den naem van Pretiose gegeven hebbe, hiet eygentlick Constançe en is een eenigh kint van Don Ferdinando d'Assevedo Ridder van Calatrava, ende van vrouw Giomara 1240 di Menesez. Ick stal het selve kint in de stadt van Madril op Hemelvaerts-dagh, ten elf uren, in 't jaer duysent vijf hondert vijf en tnegentigh.

Mijne vrouwe bewonderde ook de fijne gestalte van dit vremde Kint; hare wonder losse bewegingen, haare nobele trekken, maar vooral haare Oogen, die soals sij seijde, wel straelen schenen te schieten, en die alleen wel aanleydinge konden gegeven hebben tot de tooverkragt die men haar toeschreef, want sij ijder betooverde die zij er mede aansagh.

De jonghelinc: O Tervogant ende Apolijn! Hoe mach mijn suster, dat edel wijf, Ghehebben also reine lijf, Dat si ghenen man en mint, Noch in heydenesse ne genen en kint, Die si woude hebben tot enen man! Bi minen god Tervogan, Si heeft emmer een edel natuere, Ofte si mint ene creatuere Heimelike, daer ic niet af weet; Want si en es emmer niet bereet Tot enegh man die nu leeft.

Robbrecht: Seker, vrouwe, hets mi leet. De vrouwe: Ay God! ontfermt u dit swaer torment, Daer ic in ben, want ic hebbe mijn kint Verloren ende men tijcht mi ane die daet. Ay gheweldich god, daer al an staet, Ghi waert sonder verdiente ende sonder scout Vaste ghenaghelt ane ene hout, Oetmoedech God, met naghelen dri, Ontfermhertich God, nu biddic di.

Me-vrou, nu wat verquickt*, hoewel noch flau genough, 1255 Vraeght stracx*: Waer is het kint dat desen keten drough?

Als praeteritum vindt men in de regel placht. "Een kint dat niet en spreekt gelijck de menschen plachten. Maer dat oock sonder stem kan uyten syn gedachten." Plegen, plach, placht, komt zo passim voor bij Cats. Ook in: De Verliefde Fiamette, door Boccacius, Amsterd., 1661, o. m. blz. 84, 93, 161, 233, enz. En Oude Mans Vryagie 202b. Vgl. Gloss. Granida; plach, praes. War. 174; praes. War. 310.

Nu comt ende siet den jonghelinc, Die gheboren es van edelen bloede. De coninc: Nu en was mi nie soe wel te moede, Alst es van desen hoghen prosent. Ic salne ophouden voor mijn kint; Mine dochter salicken bevelen.

1 Offet goet is trou-belofte te doen tusschen kinderen in de wiege, of anders minder-jarigh zijnde. 2 Wanneer de vrouwen mogen her-trouwen by af-wesen of uyt-blijven van hare mans. 3 Onmacht van mans wat werckinge in het stuck van houwelick uyt-brengt. 4 Nestel-knoop in Vrancrijck van vvat kracht en eygentschap aldaer gehouden wert. 5 Of een kint dat in overspel is gewonnen eeniger wijse wettigh genaemt kan worden; ende om wat redenen.

Ik was geheel van deselfde Opinie, en dagt bij mijn selve: komt dit Kint tot de Jaaren van Jonckvrouwe die sij nu nog niet gantselijck bereikt heeft sij sal gelijcken op de Armida van den Italiaansen Poeet Tasso, en daar sal geen Man haar konnen naaderen, sonder door hare blicken te worden geboeit. ~Cilies geloof.~ Daar hare tante, Made.

Ik vermeld dezen naam, die ook als Van der Kinderen en Der Kinder beide min zuivere formen voorkomt, dan ook slechts hier ter plaatse, wijl ik hem eenigszins, wegens zynen form, als een tegenhanger van den vorigen naam, Der Weduwe, beschou. Iemand kan de zoon zijn van eenen man, die 'T Kint genoemd wordt of die zoo heet; immers deze geslachtsnaam bestaat.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek