Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Arnold, begin nu niet dadelijk met Etienne te kibbelen! riep Suzanne. Mama, u zal zien, dat ze weêr gaan vechten! Oom Arnold en Etienne zijn altijd als hanen tegen elkaâr! zei Marianne. Arnold echter beweerde, dat hun strijdlust nu versmolt in de teederheid van het weêrzien en hij omhelsde Etienne, in groote, comieke omhelzingen, terwijl zijn lange armen om zijn schoonbroêr heen en weêr zwaaiden.
Nooit is er beuzelachtiger getwist geweest dan met hoorders, die niet gelooven willen: zij zijn als menschen, die om het kerkgebouw heenloopen en kibbelen over de geschilderde glazen, welke alleen van binnen af kunnen gezien worden. Ook doet de Christenprediker een beroep op de offervaardigheid en het is zijn plicht de heerlijkheid te roemen van een onzelfzuchtig leven.
"Ja, dat zul je toch wel!" begon Jo weer; "je zult er je na een poosje mee verzoenen, en een lief knap meisje vinden, dat je zult aanbidden, en die een mooie châtelaine voor je mooi huis zal zijn. Dat zou ik toch niet wezen; ik ben alledaagsch en onhandig, en raar en oud, en je zou je maar over mij schamen, en wij zouden kibbelen.
Ik bleef, toen jij me dat ook vroeg, was het antwoord. Harry, ik kan niet op het zelfde oogenblik met mijn twee beste vrienden kibbelen, maar jullie met je beiden hebt me mijn mooiste werk leeren haten en ik zal het vernietigen. Wat is het anders dan een doek met wat kleuren? Ik wil niet, dat het iets leelijks wordt in onze drie levens.
En o grootmoeder," en zij lachte door de tranen heen, die haar in de oogen waren gesprongen, "dan ben ik zeker een flinke, stevige boerenmeid en dan kibbelen ze allemaal om me, wie mij in dienst zal krijgen!" Er kwam een weemoedig glimlachje op het gezicht der oude vrouw, maar zij zweeg en schudde droevig het hoofd. Elsje zag met oogen vol vragende verwondering naar haar op. Wat was er toch?
Men kan niet op hem aan, ziedaar wat mij het meest in hem tegenstaat." "Dat is ook een leelijk gebrek, maar toch...." "Dat mankeert er nog maar aan, dat wij samen kibbelen over dien man!" viel zij in met zoo zichtbaar verdriet en ongeduld, dat ik mijn pleidooi opgaf, omdat ik haar juist nu niet meer wilde prikkelen. Mijn zwijgen echter nam zij als verwijt, en daar had zij ook geen vrede mee.
En de Geldersche neef hij ging is kuieren; en 't goeng krek in zien borst asof 'r twee oan 't kibbelen woaren; neen joa neen joa! Toen Janssen thuus kwiem vond moeder dat ie stil was. Véur 't noar bed goan las ie 'en kapittel uut den Biebel.
De mannen poozen in afwachting; de vrouwen komen later en trekken langzaam voort, in pratende groepjes, door de rij der monsterende kerkgangers heen.... Maar de meisjes daar, op 't eind der straat? Het is een wit gevleugel van al maar witte schortjes. Het is een dichte groep van druk jong volkje, trippelende en babbelende, leenig en luid, alsof het een kibbelen was.
Daar zei de koningin toen weer op: de koning moest zich vooral niet verbeelden, dat er nooit iets op hem te zeggen viel. 't Ging al harder en harder tegen elkaar. Ieder wou het laatste woord hebben, geen van beiden was zoo verstandig, om op te houden met kibbelen.
Betsy verzocht hem, s'il lui plaisait, niet zoo brutaal te zijn en zij begonnen schertsend met elkaâr te kibbelen, tot Emilie de tranen in de oogen kreeg van het lachen. Paul won het toch van zijn schoonzuster in brutaliteit. Betsy zag met genoegen naar hem op: ook zij begreep niet, hoe die dikke doezel van een jongen zoo iets aantrekkelijks had gekregen, dat alle vrouwen dol op hem werden!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek