Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Deze vroeg hem of hij dien morgen de mis had gehoord. Hij antwoordde daarop: Ja. Toen hernam de Inquisiteur: Hoorde je daarin niets, waaraan je zoudt twijfelen of waarover je iets wilde vragen? Heelemaal niet, hernam de brave kerel, aan niets wat ik hoorde, twijfel ik, en alles houd ik voor zeker en waar.

»Wat zal u dat uitmaken," zeide de kapitein; »een mager klein aandeeltje zult gij krijgen, als wij aan het deelen gaan." »Dat denkt gij; maar," zeide ik, »hebt gij onder weg het nieuws gehoord?" Op het woord »nieuws" kreeg de arme kerel een kleur, alsof hem de geelzucht overviel. »Wat nieuws?" vroeg hij in een staat van onrust, die hem bijna het spreken niet toeliet.

Ik overviel hen en mijn doodskleederen, zoowel als de klank van mijn ketenen, deed mij meer op een bewoner van de andere dan van deze wereld gelijken. "Beiden stonden verstomd; maar toen ik den Sacristijn met mijn vuist ter neêr wierp, sloeg de andere kerel, zijn drinkgezel, met een zware knots naar mij." "Dat moet broeder Tuck zijn, bij alles, wat kostelijk is!" zei Richard, Ivanhoe aanziende.

Ik had heel zwaar werk, veel werk, en ik herinner mij uit de Amsterdamsche jaren, dat een vriend toen tegen me zei: "Kerel, sjouw jij zoo zwaar, of ben je verliefd?" Want ik zag er zoo slecht uit. Maar dat kwam van het 's nachts opzitten. Als verslaggever aan de oppositie-krant had ik het hard te verantwoorden en ik wilde weg.

"Mis, maat!" had Krelis gezeid: "omdat ie een dubbelde kerel is."

"Welke jood is dat?" vraagt de baljuw. En de molenaar draait zijn' hoed in zijne hand rond, en hij ziet zoo halverwege om, of hem ook iemand hoort en gaat zóó met slependen tred dichter naar den ouden heer toe, legt de hand aan zijn' mond en fluistert half overluid: "'t Is Itzig, mijnheer de baljuw." "Foei!" zegt de oude heer, "hoe komt gij aan dien kerel?"

Nu, ik heb al veel in de wereld gezien; ik heb eens gezien, dat een kerel vuur vrat; ik heb eens gezien, dat iemand vlas vrat en een mooi zijden lint uit zijn keel haspelde; maar zoo iets wonderlijks is mij nog nooit onder de oogen gekomen, als in het oogenblik, toen ik op dien morgen mijn oom Matthijs te zien kreeg.

Zoo ge lust hebt, kom van avond in de herberg "Het zilveren schip", waar ge mij vinden kunt." Fantine kwam geheel verstoord te huis en verhaalde de zaak aan de goede buurvrouw Margaretha: "Kunt ge zoo iets begrijpen? Is 't niet een afschuwelijke kerel? Hoe kan men zulke lieden door het land laten trekken!

Zij gaan het dorp door, en aan het andere einde heeft ook eene oude vrouw den "chasseur" gezien. "Nu hebben we hem gauw," zegt Frederik. Doch, toen zij een weinig verder op het veld een ouden man aantroffen, die bezig was, om op den weg de toppen der wilgeboomen af te slaan, wilde die niets van den Franschman weten en zei dat die kerel hier sedert klokke zes 's morgens niet voorbijgekomen was.

Ik geloof niet dat er een pootiger, sterker kerel in den omtrek was te vinden. Wie onder zijn klauwen geraakte mocht beven en sidderen! Hij zag wel ons spel op het ijs, hoewel hij zich hield alsof hij het niet zag. En ook wij hielden hem scherp-nauwkeurig in de gaten, omdat wij precies wisten wat wij van hem te verwachten en te vreezen hadden. Dat hing heelemaal af van den toestand van het ijs.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek