Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Zoo wist hij zich ten slotte te bedwingen en bleef onbeweeglijk de wacht houden. Hij wist, dat er veel, ja, dat zijn leven op het spel stond. Het was waar: de Kenjaoe's hadden veel voordeelen aan hun zijde. Maar het was ook waar, dat de Sibaoe's ervaren strijders en geduchte vijanden waren. Ook Marti was vervuld van ernstige overpeinzingen.
»Dus dit spoor loopt in de richting van dien weg?" »Als het zoo blijft loopen, voert het naar het groote ravijn." »'t Is genoeg." Kees verzamelde de Kenjaoe's om zich heen en zei: »Ik heb reden, aan te nemen, dat de Maleier naar den geheimen weg is gevlucht, om door het land der Kenjaoe's te ontsnappen. We zullen hem volgen, te meer, daar wij toch ook dien kant uit moeten."
Ik en alle Kenjaoe's weten dat, en wij allen zijn u dankbaar. Uw naam zal bekend blijven, zoolang er mannen van onzen stam leven." Petinggi keek Kees intusschen met klimmende verwondering aan. Wat bedoelde de blanke man met al zijn vragen? »Dat is goed, Petinggi!" zei Kees en vervolgde toen: »Nu wilde ik vragen, of de Kenjaoe's ook iets voor mij zouden willen doen."
Eindelijk kwam de bala in Tapang aan. Kees stond verstomd over de groote toebereidselen, die men voor het feest gemaakt had. Van heinde en ver waren de Kenjaoe's toegestroomd. Om het eigenlijke dorp waren vele tientallen van afdakjes en hutjes opgebouwd voor de talloos velen, die in het huis zelf geen onderdak meer konden krijgen.
Ouder gewoonte rekenden ze er op, dat de Kenjaoe's diep in de bosschen waren gevlucht. Weldra waren er een veertigtal gepasseerd. Daar zag Kees het hoofd der Sibaoe's, den valschen Senawa. Hij was in druk gesprek met een reusachtigen Dajak, die vlak achter hem liep. »Het geluk is mij gunstig," mompelde Kees. Hij legde aan op Senawa.
Dan zouden de antoe's groote vriendschap voor de Kenjaoe's gaan koesteren. Ook hadden ze enkele dooden te betreuren. Die mocht men niet ongewroken laten. De Dajaks mochten hun eigen wetten van de bloedwraak niet verachten. Kees eindigde ten slotte: »Gij hebt u heden veel roem verworven. Maar onvergelijkelijk grooter zal uw roem zijn, wanneer gij in het land der Soengei-Sibaoe doordringt.
Het pad was daar smal en omgeven door dicht struikgewas. Heuveltjes in het bosch gaven een mooie gelegenheid om de reserve-afdeeling te verbergen. Deze zou den vijand, wanneer hij in verwarring gebracht was, den genadeslag geven. Toen men de plek goed had vastgesteld, ging een der mannen terug, om de overige Kenjaoe's te halen.
Zij moesten er het hunne van hebben en weldra klonken allerlei uitroepen van schrik, angst en verbazing door de lucht. »Vooruit!" riep Kees, »wijs ons liever den weg. Met oudewijvenpraatjes komen we niet verder." »Het zijn geen praatjes, heer!" verdedigde zich de Dajak. »Welzeker zijn het praatjes! De Kenjaoe's zijn oude vrouwen, die gelooven, dat menschen in vogels kunnen veranderen."
Hij was bang, dat deze trommen hen ontijdig zouden verraden. Maar de Kenjaoe's hielden vol, dat het geluid der trommen hun moed zou verlevendigen en bovendien de antoe's zou oproepen, om hen te helpen in den strijd. Ten slotte moest Kees er dan ook in berusten.
Slechts enkele der mannen hadden kunnen ontkomen. Deze waren op hun overhaaste vlucht één der boodschappers van Petinggi Datoek tegengekomen, die hen gezegd had, dat allen zich moesten verzamelen op den Boekit Seloewa. In ademlooze spanning had een dicht opeengedrongen menigte Kenjaoe's het verhaal van hun stamgenooten aangehoord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek