Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Daar dichtbij liep een kleine beek van den besten witten wijn, die men ooit drinkt, zonder dat er ooit een druppel water in kwam. O, zeide Calandrino, dat is een goed land, maar zeg mij, wat doet men met de kapoenen, die zij braden? Maso antwoordde: De Basken eten die allen op. Toen sprak Calandrino: Waart gij daar ooit? Hierop antwoordde Maso: Ik ben er meer dan duizend maal geweest.
Ik ken u, tooveresseknop, voegde de koning er bij, en ook u, kooldragerswelp; maar zoo gij door allerlei toovermiddelen in deze werkplaats der Natuur zijt gedrongen, waarom houdt gij nu den bek als volgepropte kapoenen? Nele beefde als zij den verschrikkelijken duivel bezag, doch Uilenspiegel hernam zijne mannelijke stoutmoedigheid en antwoordde: De assche van Klaas klopt op mijn hert.
De gasten namen plaats op bankjes of schabellen voor twee personen, met zachte kussens overdekt. Spoedig viel men aan 't eten: de hoendersoep, in zilveren kommen opgedischt, maakte weldra voor een zwijnskop plaats, verzeld van kippen, kapoenen, duiven, versche kropsalade, in 't kort van al wat het jaargetijde medebracht en op een kostbaar ontbijt kon gevorderd worden.
Zij had voor hem twee groote kapoenen laten braden, en Gianni kwam zeer laat. Daarover was de donna zeer treurig en hij en zij aten een beetje van het gezouten vleesch, dat zij afzonderlijk had laten koken.
Voor ons de slagen, de gevaren, het gevecht, de regen, de hagel, de sneeuwstormen en de magere soep van de zwervers; voor hen, de heerlijke worsten, de vette kapoenen, de geurige lijsters, de smakelijke ganzen. Het water komt in uwen mond, mijn zachtaardige vriend, sprak Uilenspiegel. Waar zijt gij, nieuwbakken brood, geurige koekebakken, heerlijke rijstpap? En gij, waar zijt gij, mijn vrouwtje?
Maar Lamme vervolgde: Ik weet het beter dan gij. Ik zeg dat wij zot zijn, ik, gij en Uilenspiegel insgelijks, onze oogen te bederven voor al die prinsen en heeren, die zeker zouden lachen met ons, als zij ons, overvallen door vermoeienis, den nacht zagen doorbrengen met wapenen te slijpen en kogels te gieten, te hunnen dienste. Terwijl zij wijn uit gouden bekers drinken en kapoenen in tinnen schotels eten, vragen zij zich niet af of hunne vijanden met hunne zeisen onze beenen niet afkappen en ons in den doodenkuil niet werpen. Intusschen zullen zij, die in den grond noch hervormden, noch calvinisten, noch lutheranen, noch katholieken zijn, maar aan God noch duivel gelooven, heerlijkheden koopen en bemachtigen, het goed van monniken, abten en konventen inslikken. Alles zal voor hen zijn: en vrouwen en maagden en meidekens; uit hunne gouden bekers zullen zij drinken op hun eeuwig welzijn, op onze altijddurende onnoozelheid en op de zeven hoofdzonden, die zij gedurig bedrijven; ja, smid Wasteele, en d
Uilenspiegel, mijn zoon, ik heb een uitmuntend plan uitgedacht ten opzichte van Zijne Paterschap; schenk hem het leven, maar laat hem niet vrij, of hij speelt ons nog slechte poetsen op het schip: laat liever voor hem op het dek een enge, goed verluchte kooi maken, in dewelke hij slechts kan zitten en slapen, gelijk voor de kapoenen; laat mij hem spijzen, en hij worde gehangen als hij zooveel niet eet als ik wil.
Calandrino hoorde dit en sprak: Dokter, ik vertrouw op u; en na vijf lire te hebben gegeven aan Bruno en geld voor de drie paar kapoenen, verzocht hij hem zich die moeite te geven tot zijn dienst. De dokter, na te zijn vertrokken, liet voor hem een weinig chiarea klaar maken en zond hem die. Nadat Bruno de kippen gekocht had en de verdere benoodigdheden om te smullen, aten zij die samen op.
Men kan naar verkiezing een kalkoen larderen, of schijven lardeerspek op de borst vastbinden. Hoenders, kapoenen en duiven behandelt men evenzoo; bij de twee eerstgenoemden buigt men den kop naar den rug over en legt dien dan, onder den vleugel door, weder naar voren op de borst; hoenders worden niet gevuld, noch gelardeerd; kapoenen en duiven naar verkiezing.
Zij ook liepen het platteland af en knevelden het volk, dat aldus, als naar gewoonte, langs twee kanten tegelijk opgegeten werd. Alles was hun deeg: kiekens en kapoenen, eenden en duiven, kalveren en verkens. Op een avond dat Kornjuin en zijne mannen met buit beladen terugkwamen, zagen zij aan den voet van een boom Uilenspiegel liggen, die sliep en zeker van stoverije droomde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek