Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


"Ik weet alleen dat de man letterlijk gelijk heeft," zeide Suzanna: "want in uw heele land staan geen koeien: zij staan alle in 't water." "Nou kaik! in dat geval, ik ereis zeggen," zeide Baas Roggeveld, recht in zijn schik met deze aardigheid: "daar het de Juffer Tante toch ereis beet 'ehad."

Je heb mense, die zijn er zoo keurig op, kaik! maar ik zeg dat 'et niet past; en ik zel dat zwarte kuitje anleggen, zoo goed as dat bonte. En weetje wat ik denk? 't is nog beter as 'en hiele witte, want die worden dan skrikkelek van de vliege plaagd, en ze zam ook erg kouwelek; gunder steet er iene, die het een rond jær met 'et dek 'eloopen." "Maar as 't nou eens een rood kuitje was?"

"Ik zou wel ereis vragen, in dat geval, wil ik zeggen, of de Czaar van Rusland weer in het land is." "Wel neen!" was het antwoord: "hoe komt gij daar aan?" "Nou kaik! Hoe kunnen zij de menschen dan zoo foppen?" en hij gaf een verhaal van 't voorgevallene te Soest, hetwelk ik achterlaat, daar het niemand vermaken zoude, dit tweemaal te hooren, doch waarin onze dames ongemeen veel behagen schepten.

"En gij zoudt gelijk hebben," zeide Tante: "maar die menschen te Zaandam hebben ook gelijk; daar zij meer verdienen met het huisje te laten zien dan er huur van te trekken." "Wel kaik! ze kosten het iene doen en het aêre niet laten," zeide Roggeveld: "maer ik wou toch wel ereis weten, in dat geval, wat er aan zoo'n huisje meer te zien is as an en aêr."

"Kaik, ie staot; jaowel, ie staot!" hernam deze lachende, doch rolde toen het derde schot gelost werd, daar hij door het woelen van Jonge Kees zelf al niet vast meer op zijne beenen stond, ook op het dek, tot groot genoegen van Huib, die den Antwerpenaar napraatte en zeî: "Kaik, ie staot; jawel, ie staot! Blaif maor liggen, kompeer, daor kommen er nog meer! Ikkik verrassereer het doe!"

Zie dien grooten mousselinen tulband; dien kaftan, kersen- of rozenkleurig, lang, tot bijna op de voeten hangend en bovenal dien kaïk, die lange strook van witte zijde met doorschijnende strepen, die, rondom den tulband geslingerd, los en zwierig in talrijke kronkelingen langs den rug tot de voeten daalt. Welk eene oogverblindende pracht bij dit volk.

"Daar bennen der nog zatter uit de stad ook, zie ik wel," merkt een armoedige boer aan, vreezende dat de steelui hem zullen overbluffen. "Kaik hai met zen gepoeste laarsies," zegt een jong kerel met een bloedroode wollen das om, die het met gemelde steelui luchtiger opneemt. "Zoo bakkertje, je mot zeker weer een vaifie plokken?"

"Wat ik er van weet," zeide ik, mij met mijn hoed in 't aangezicht waaiende, opdat hij mij niet herkennen zou, "is, dat gij ze voor fl 80 't stuk gekocht hebt van Peer de Groot en er dus een aardig sommetje aan verdient." "Wel haegels kaik ereis!" zeide Roggeveld, groote oogen opzettende: "nou in dat geval wil ik ereis zeggen...." Maar hij zeide niets; doch bleef mij verbaasd staan aangapen.

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek