Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


En... 'n lekker likeurtje heb ik ook voor je... 't is beste! Van Fockink, weetje, die z'n fabriek heeft in... die nauwe straat, je weet wel. Je moet nooit door die straat gaan, want daar wonen gemeene vrouwluî, en die staan aan de deur, zieje, en dat 's niet goed voor 'n jonkman als jy. De "jonkman" Wouter keek heel vreemd op, maar ik zou jokken als ik zei dat-i boos was.

Och, men kan zoo gemakkelyk voor alles zorgen, als men almachtig is! En daarom wou ik zoo graag ... wat grooter zyn. En jy zou prinses wezen. Niet omdat ik grootsch ben, maar... dan kon je my beter helpen in alles. We zouden samen alles uitroeien wat verkeerd is, en de menschen dwingen om goed te zyn, en ... nooit iets te zeggen wat niet precies waar is.

Gut, ik verg niet dat-i zelf 'n schoen maakt! Dat loopen met pastoors komt alleen voort uit ledigheid, moeder. Loop ik met 'n pastoor? Nooit! Waarom niet? Omdat ik alle dagen naar m'n school ga. Ja, Stoffel, jy gaat alle dagen naar je school. Anders ... er zyn wel goede pastoors ook. Daar heb je, byv. Luther, dat was ook 'n soort van pastoor. En wat deed-i?

Ja, moeder. Want ... weetje wat ik zeg? Ik zeg: 'n mensch is sterfelyk. En die oude heeren ... voor hoe oud zag je ze wel aan, Wouter? Moeder, die boekhouder was wel ... zestig. En m'nheer Wilkens ook zoowat. Zieje! Ik zeg dat 'n mensch sterfelyk is. En daarom ... niet dat ik naar iemands dood verlang, gut , maar ... als iemand zóó oud is ... wat zeg jy Stoffel? Zeker, moeder.

Hoe, wat hamer! denkt gy, dat ik niet weet hoe jy haar gedaan hebt, en dat jy haar als een zottin door de godgantsche stad hebt laten lopen in ouwe konkelige kleêren, en dat voor een meisje die geld heeft, en altoos proper gekleet pleeg te zyn; iets dat ik ook byster graag zien mag: wat wilje nu daar van hebben, he? Jy meugt waaragtig nog wel spreken van omslag!

Heb ik niet gezegd dat er eene verrassing wezen zou, riep jufvrouw Laps. Lees jy nu maar op, Klaas! Er zyn er zeventig, mynheer ... zeventig weduwen! Lees nu maar op, jongen!

Ik zeg altyd: "Abraham Blankaart, God heeft u zo gezegent, je hebt kind noch kraai; hoewel ik weet niet, of dat zo blyven zal; een mensch heeft graag een eigen weêrspraak. Kind noch kraai! wel deel meê, myn Vriend; maak dat niemand op u ziet, als een hond op een zieke koe, dat niemand wel eens wou zien, of jy ook een mooije doode zyn zoudt.

Heb ik jou niet gezeit, dat jou geen schoonheid nader... Maar jy moet weten, dat Jeronimo haar Vader, Zyn goed met pleiten meest heeft door het gat gejaagt. Wie duivel heeft hy in Parys niet al gedaagt? ’k Vrees sterft hy niet, hy zal heel Frankryk niet verschoonen; Daarom is hy dicht by zyn Rechter komen woonen.

Maar als nu de juffrouwen Pleier laten bedanken voor de invitatie ... God-zegen-me, Pompile, dat alles kan de jongen nooit onthouden! Niet waar? Juist wat ik zeg. Waarom heeft zoo'n jongmensch geen zakboekje? Net wat ik zeg! Je moet maken dat je-'n zakboekje krygt, om ... alles opteschryven, weetje? Want ... 'n kantoorbediende moet altyd 'n zakboekje hebben: wat zeg jy, Dieper?

Zoo sprak 'n stem, eerst op eenigen afstand, toen naderby, en weldra zelfs aan z'n oor. Hy had 'n flauw besef dat iemand bezig was hem opterichten. Sietske! mompelde de slapende. Ja, zoo heet ik! Maar hoe weet jy dat? Sietske... Holsma! Wel zeker! Maar wie heeft je dat gezegd? En hoe kom je hier? Heel fatsoenlyk is 't niet! Ben je dronken? 't Is 'n groote schande voor zoo'n jong bloedje!

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek